CD Recensies

BROSSARD, DE: PETITS MOTETS

Brossard: Petits motets. ‘O Jesu! Quam dulce nomen tuum’ SdB. 24, ‘O plenus irarum dies’ SdB. 31, ‘Beati immaculati’, ‘Silentium dormi’, ‘Miserere mei, Deus’. Cyrille Dubois (jongenssoraan), Hervé Lamy (t) en Alain Buet (bs) met de Maîtrise de Caen o.l.v. Robert Weddle. Assai 207582 (55’27”). 1999
 
De Franse componist Sébastien de Brossard 1655 - 1730) werd in eerste instantie bekend om dat hij de samensteller was van de eerste Franse muziekencyclopedie die hij aan de bibliotheek van Lodewijk XIV in Versailles schonk. Dat paste in een breder kader, want in het algemeen wordt de Franse barokmuziek geassocieerd met Versailles en de esthetische en politieke complexiteit om die te schrijven voor de Bourbondynastie.
Maar het ging natuurlijk om veel meer dan verpozing van het hof. In de Franse kathedralen en kerken klonk muziek vol devotie die een heel apart genre om zichzelf vormt met ‘grands et petits’ Motetten uit een heel andere, prachtige klankwereld.
In 1687 werd de Brossard benoemd tot vicaris van de kathedraal in Straatsburg en hij bleef daar tot 1698 toen zijn benoeming als kapelmeester van de kathedraal in Meaux volgde. Daar wijdde hij zich ook aan wereldse muziek (zes bundels met aria’s en drinkliederen) en triosonates, maar er verschenen ook motetten van zijn hand. Zo’n ‘petit motet’ is de tegenhanger van het ‘grand motet’: een kleinschalige cantate uit het begin van de achttiende eeuw. 
Deze cd bevat daarvan een stel mooie voorbeelden. De veertienjarige Cyrille Dubois toont hier een opvallende muzikale rijpheid in een aantal bepaald niet makkelijke aria’s en duetten. Hij wordt daarbij vaak gesteund door de tenor Hervé Lamy en de de bas Alain Buet plus een klein koor en continuo.
Soms, zoals in ‘O Jesu’, worden zijn capaciteiten tot het uiterste op de proef gesteld. Maar hij stelt zich kwetsbaar op en brengt het er als regel goed vanaf. Hoogtepunten zijn ‘Beati immaculati’ waarin ook de bariton te horen is en ‘Miserere mei, Deus’ met koor. Twee andere motetten ‘O plenus irarum dies’ voor bariton en ‘Silentium dormi’ voor tenor vormen mooie tussenspelen, maar de aandacht gaat natuurlijk vooral uit naar Dubois die een harde opleiding (tevens als organist) moet hebben gehad. Als volwassen tenor is hij te horen in de Canticles van Britten (No Mad Music NMM 077) en Le désert van Félicien César David (Naïve V 5405).
Een aanbeveling tot slot: luister ook eens naar de Brossards Stabat mater SdB 8. uit 1702 in de uitvoering van Olivier Schneebeli (Astrée E 8619).