CD Recensies

BEETHOVEN: PIANOSONATE NR. 29 'HAMMERKLAVIER', EROICAVARIATIES

Beethoven: Pianosonate nr. 29 in Bes op. 106 ‘Hammerklavier’, Eroicavariaties op. 35. Pierre-Laurent Aimard. Pentatone PTC 5186-724 (66’49”). 2020
 
Wanneer iemand als Pierre-Laurent Aimard zich inzet voor de Hammerklaviersonate, weet je haast a priori dat er iets heel moois tot stand wordt gebracht. Qua omvang, ideeën en technische eisen, vergt het werk uit 1818 net zoveel, zo niet meer dan de andere late sonates op. 109, 110 en 111 omdat elk pianistisch aspect op de proef wordt gesteld.
Het werk zit vol innerlijke confrontaties, die spanningen oproepen welke pas in de gigantische explosie van de fuga als finale worden opgelost. Het uitgebreide langzame deel met zijn grote melodiebogen en betoverende harmonische wendingen vraagt om een heel andere aanpak. Het is de fusie van deze beide werelden die het werk zo uniek maakt. 
Aimard ging die uitdaging aan en deelt nu een aantal belangrijke inzichten met de luisteraar in zijn majestueuze vertolking die is als de beklimming van een heel moeilijke berg. Daarmee komt hij direct in de top van de ranglijst met mooiste versies van dit werk, naast Sviatoslav Richter (Stradivarius STR 33313), Emil Gilels (DG 410.527-2), Maurizio Pollini (DG 429.569-2), Alfred Brendel (Philips 412.723-2) en Murray Perahia (DG 479.8353). Misschien omdat de indrukken nog zo vers zijn, heb ik zelfs een lichte voorkeur voor hem. 
In de Eroicavariaties op het thema dat later in de Symfonie nr. 3 effectiever zou worden gebruikt, spelen Beethoven en Aimard met de geboden mogelijkheden. Dat thema was Beethoven blijkbaar dierbaar want hij gebruikte het ook in de balletmuziek Die Geschöpfe des Prometheus op. 43 en de zevende van zijn 12 Contradansen WoO. 14 nr. 1-12.