CD Recensies

BEETHOVEN: SYMFONIE NR. 3 (BEW. SCHARWENKA)

Beethoven: Symfonie nr. 3 in Es op. 55 ‘Eroica’ (bew. Scharwenka); Schumann: Études in canonische vorm op. 56 nr. 1-6 (bew. Debussy). Tessa Uys en Ben Schoeman. Somm SOMMCD 0637 (78’21”). 2020
 
Somm is begonnen met een opname van alle negen symfonieën van Beethoven in de bewerking voor pianoduo die Xaver Schwarwenka (1850 - 1924) die daarvan tussen 1905 en 1907 maakte. Begonnen is met de Eroica, niet de geringste en eenvoudigste. Het werk krijgt daardoor een ander aanzien en zo blijkt in het eerste deel een blijk van ritmische dans waarvan de Zuid-Afrikanen Tessa Uys de melodie en Ben Schoeman de ritmiek voor hun rekening nemen.
De ‘marcia funèbre’ is tot op het bot uitgekleed en krijgt een heel streng aanzien. Het duo oefent kracht uit, maar speelt ook met veel gevoel en Uys zorgt voor een heel mooie legato melodielijn. In het scherzo valt op hoe goed de drie hoorns worden nagebootst.
Maar de finale maakt de meeste indruk, mogelijk omdat die sterk herinnert aan de bekende reeks Variaties en fuga op. 35, de ‘Eroicavariaties’ die niet lang gelden door Olga Pashchenko zijn opgenomen (Alpha ALPHA 201).
Verder is aandacht besteed aan Schumanns zes Études in canonische vorm die oorspronkelijk werden geschreven voor de pedaalpiano (als bij een orgel). Gespeeld op twee piano’s in de bewerking van Debussy wordt vooral het contrapunt duidelijker. Tessa Uys en Ben Schoeman werken het transparant uit. Het meeste indruk maken ze met het tweedec deel ‘mit innigem Ausdruck’. Beide stemmen klinken een maat na elkaar in hetzelfde octaaf. Nummer vijf roept herinneringen op aan Mendelssohns Midzomernachtsdroom.
Toen Debussy in 1891 deze bewerking maakte, was er al eentje van Bizet uit 1871. Het gedreven, keurig op elkaar afgestemde spel van dit duo laat niet na indruk te maken.