Boulanger, N.: Dear mademoiselle. Een eerbetoon. Piazzolla: ‘Le grand tango’; Stravinsky: Suite italienne; Boulanger, N.: Stukken voor cello en piano nr. 1-3; Carter: Cellosonate; Glass: ‘Tissue’ nr. 7; Legrand: ‘Medley’ voor cello en piano; Jones, Q.: ‘Soul bossa nova’. Astrig Siranossian (vc), Daniel Barenboim (piano) en Nathaniel Gouin (piano). Alpha ALPHA 635 (72’14”). 2020
Dat Nadia Boulanger (1887 - 1979) niet alleen heel wat componisten in diverse genres lesgaf, maar ook inspireerde, os een bekend feit. Nog leuker is het om dat aan de hand van een stel goede voorbeelden te horen.
Celliste Astrig Astrig Siranossian was geboeid door de persoonlijkheid van Boulanger en een aantal van haar studenten en stelde een programma samen waarin dat nader wordt belicht en laat zich begeleiden door Nathaniel Gouin.
Het begin is meteen helemaal raak met de temperamentvol gespeelde, destijds voor Rostropovich bestemde Grand tango van Piazzolla. Van meet af aan wordt met veel overgave gemusiceerd. Er zijn ook fijnzinnige momenten, zoals in de ‘inleiding’ en de ‘aria’ van Stravinsky’s Suite italienne.
Voor de drie stukken uit 1915 van de nog jeugdige Boulanger zelf in de geest van de late Fauré treedt Daniel Barenboim (zelf ooit leerling van haar) als partner aan. Als hoogtepunt komt daarna de Cellosonate van Elliott Carter uit 1948 waarin de talloze invloeden van Stravinsky, Schönberg, Copland en Ives) hoorbaar worden gemaakt. Het werk krijgt hier een vrij licht karakter.
De rest van het programma kunnen we als fijne toegiften beschouwen: een lyrische ‘Tissue’ van Glass, een melodieuze ‘Medley’ van Legrand en een speelse Liszt parafrase van Jones.
Het geheel leidend tot een recital vol verscheidenheid ter ere van Nadia Boulanger. Merci chère mademoiselle.