Barrios: Gitaarwerken. ‘Invocaçion a mi madre’, ‘La catedral’, ‘Confesión’, ‘Canción de la Hilandera’, Oración ‘Plegaria’, ‘Madrecita’, ‘’La samaritana’, ‘El sueno de la Munequita’. ‘Contemplación’, ‘Oración por todos’, ’Menuetten in B, E, A en C, ‘Divagación en imitación al violin’, ‘Variaties op een thema van Tárrega’. Enno Voorhorst (git). Naxos 8.555718 (65’50”). 2001 

 

Door velen wordt Augustín Barrios (1885 - 1944) uit Paraguay als een van de grootste gitaristen ooit. Jammer genoeg noteerde hij maar weinig van zijn werken en veel stukken moesten worden gereconstrueerd aan de hand van opname die nog lang niet van de huidige kwaliteit waren.

Zijn muziek wordt gekenmerkt door een enigszins met Bach vergelijkbare bondigheid en een haast Mozartiaans vernuft. Hij beschikte ook over veel gevoel voor mooie melodieën en een avontuurlijk gevoel voor harmonie. Soms horen we duidelijke echo’s van Villa-Lobos wat niet zo verwonderlijk is want die was een erg dominate en originele Zuid Amerikaanse componist.

Maar Barrios heeft gelukkig een heel eigen identiteit. Zijn harmonieën zijn alle zeer ‘wit’ zonder de Afrikaanse invloeden die men in dit soort muziek zou verwachten. Dat geeft zijn werk enigszins het karakter van klavecimbelmuziek, maar dan in romantische sfeer.

De titels van de op deze cd uitgevoerde muziek kunnen suggereren dat we met sentimentele stukken te maken hebben, maar dat is allerminst het geval, zelfs niet in het lyrische ‘Invocaçion a mi madre’ en ‘Madrecita’. ‘La catedral’ herinnert qua sfeer en textuur aan Chopins ‘regendrop’ étude en in de ‘Variaties op een thema van Tárrega’ worden alle virtuoze mogelijkheden van de gitaar getest.

De in 1962 in Den Haag geboren Enno Voorhorst weet precies wat deze muziek nodig heeft om tot bloei te komen en zorgt met een groot persoonlijk engagement voor mooie wisselingen van stijl en karakter.