Brahms: Hongaarse dansen WoO. 1 nr. 1-21 (bew). Guido Schiefen (vc) en Markus Kreul (piano). MDG MDG 903.2202-6 (59’13”). 2020

 

Van de 21 Hongaarse dansen van Brahms, die hij in twee perioden schreef, (nr. 1-10 tussen 1858 en 1868, nr. 11-21 in 1880) bestaan verschillende versies. De meest gangbare in die voor twee piano’s maar er zijn er ook voor 1 piano en voor orkest. Doch Alfredo Piatti maakte waarschijnlijk voor eigen gebruik een nieuwe versie waarvoor huidige cellisten op zoek naar aardige toegiften hem dankbaar zullen zijn. Aan het wezen van de dansen, waarvan wordt gezegd dat ze de basis van de ragtime vormen, is niets veranderd. 

De Italiaanse componist en cellovirtuoos Alfredo Piatti (1822 - 1901) begon als wonderkind, maar was ook een pionier op muziekgebied en behoorde destijds tot de avant-garde en was een gevoelige kunstenaar. Hij schijnt een belangrijke rol te hebben gespeeld in het negentiende eeuwse Europese muziekleven.

Als eersten maakten cellist Guido Schlieffen en pianist Markus Kreul een opname van deze vorm. Ze geven het danskarakter van de muziek alle ruimte en zorg en voor de gewenste eenheid in verscheidenheid. Het is een genoegen om een uur lang naar hen te luisteren.