Bach, C.P.E.: Triosonates voor fluit, viool en b.c in d H. 569 (Wq. 145), in C H. 573, Wq. 149, in b Wq. 143, Fluitsonates in D H. 505, Wq. 83, in a H. 562, Wq. 132, Fantasie in fis Wq. 67. François Lazarevitch (traverso) en Justin Taylor (fortepiano). Alpha ALPHA 768 (79’12”). 2021
De Triosonates en Fluitsonates van Bachs tweede zoon geven een goed inzicht in de ‘empfindliche Stil’ die in de jaren 1745 tot 1766 onder meer zijn intrede deed aan het hof van de fluitspelende koning Frederik van Pruisen in Potsdam waar deze Bach toen in dienst was. In de Triosonates blijkt dat bijvoorbeeld uit het weglaten ban de cello in de vroegere b.c. rol. Voortaan ging het er meer om de gevoelens van de geest en de natuur tot spreken te brengen. Zo maakte de ‘geleerde’ oude vormen geleidelijk plaats voor de emancipatie van de ziel in muziek. Dat gebeurde op velerlei manier, tot aan het bizarre toe.
François Lazarevitch en Justin Taylor onderzoeken de hier opgenomen werken tot op grote diepte. Ze vormen een ideaal koppel met veel ervaring. Twee soli maken het programma compleet: de beroemde Sonate in a voor solofluit en de Fantasie in fis voor piano waarin Bachs improviserend vermogen (en dat van de twee huidige musici) blijkt. Hun spel lijkt ongecompliceerd expressief met een minimum aan vibrato.