Bellini: La sonnambula. Cecilia Bartoli, Juan Diego Flórez, Ildebrando d’Arcangelo, Liliana Nikiteanu met koor en het Scintilla orkest o.l.v. Alessandro de Marchi. Decca 478.108-4 (2 cd’s, 134’11”). 2007/8
Een verrassing: de eerste opname van deze lyrische opera met in de rol van Amina een mezzosopraan terwijl deze altijd was voorbehouden aan sopranen, waarvan Callas, Sutherland en Dessay – om maar een paar der prominentsten op cd te noemen – was voorbehouden. Het experiment is belangwekkend, maar toch niet geheel geslaagd. Bartoli laat prachtige, deels bijzondere dingen, cadensen, versieringen, in haar bereik horen, maar toont ook gemaniëreerdheden in de vorm van al te rollende keelgeluiden. En zoals te verwachten speelt zich de rest niet op gelijkwaardig hoog niveau af.
Flórez als iel en lichtelijk onvaste, zeurderige Elvino maakt niet de indruk een gedroomde aimant te zijn. Bij de overige bezetting, meer dan adequaat, maar ook ver van Bartoli’s niveau, onderscheidt zich alleen d’Arcangelo als welluidend warm klinkende Rodolfo.
Aan de ene kant streefde men naar authenticiteit door lieflijk klinkende oude instrumenten te gebruiken, aan de andere kant transponeerde Bartoli zeven nummers naar een voor haar makkelijker lagere toonaard. Zo valt het resultaat feitelijk wat tussen twee stoelen: interessant en vernieuwend bedoeld, deels heel fraai gerealiseerd, doch gehandicapt door inconsequenties. Lees de nieuwe Vergelijkende Discografie voor meer informatie.