CD Recensies

BEETHOVEN: PIANOSONATES NR. 27, 28, 29, 30, 31 EN 32, SCHIFF

Beethoven: Pianosonates nr. 27 in e op. 90, 28 in A op. 101 en 29 in Bes Hammerklavier. András Schiff. ECM  476.618-9 (76’36”). 2008

Beethoven: Pianosonates nr. 30 in E op. 109, 31 in As op. 110 en 32 in c op. 111. András Schiff. ECM 476.619-2 (64’44”). 2008 

Begrijpelijk dat elke pianist van naam (en elk dito cd label) streeft naar een cyclus van al Beethovens pianosonates. Maar er waren er al zo veel (en zulke mooie), dus je kunt je afvragen wat afgezien van persoonlijke voorkeuren de meerwaarde is van nog meer opnamen, zeker in de wetenschap dat na Lewis (Harmonia Mundi) ook Oppitz (Hännsler), Brautigam (BIS) en mogelijk Biss (EMI) in de weer zijn.

Nu is Schiff altijd een interessante pianist geweest, dus loont het toch best de moeite om nader kennis te nemen van zijn verrichtingen. Het begin van zijn cyclus heb ik bewust gemist, maar nu hij het einde ongeveer heeft met deel VII en VIII is het best de moeite om eens nader te luisteren.

In het voordeel van Schiff pleit dat hij prachtig klinkende Bösendorfers ter beschikking had in de Tonhalle Zürich (live opname) en de Reitstadel Neumarkt en dat de opnamen zo helder en duidelijk, maar gelukkig ook niet dominant direct klinken. De kristalheldere opname met een behoorlijk groot dynamisch bereik komt ’s pianisten gecultiveerde spel zeer ten goede. Herhalingen worden niet geschuwd. Dat hij een voortreffelijk Bachvertolker is, komt mooi uit in de afwikkeling van polyfonische definitie. De articulatie is steeds duidelijk punctueel. Ruimte voor sentimentaliteit is er ook niet.

Een eerste hoogtepunt vormt de lastige Hammerklavier, met imposante kracht, vaart en gerijpte techniek neergezet. Het scherzo is welkom hoekig. Een andere test en een ander uiterste vormt de arietta uit nr. 32. Vol aangehouden spanning, contrastrijk, inderdaad zangerig uitgevoerd. Hij besteedt voortdurend veel aandacht aan versieringen, differentieert accenten, articulatie aanduidingen en dynamiekverschillen en werpt zo vaak een nieuw licht op de bekende materie. Een enkele keer kan die aanpak ook irritatie wekken, maar niet te ontkennen valt dat hij een persoonlijke visie heeft en die overtuigend weet te presenteren. In elk geval is hij iemand om in het steeds bredere veld naast bijvoorbeeld Kempff (DG), Barenboim (EMI), Kovacevich (EMI), Goode (Nonesuch) en Lewis (HM) te plaatsen.