Biber: Missa Salzburgensis. Vocale solisten, Tibicines o.l.v. Igino Conforzi en La stagione armonia o.l.v. Sergio Balestracci. NCA 60192 (52’28”). 2008
Lang is getwijfeld of deze Missa Salzburgensis wel van Biber was. Het werk had ook een generatie eedrder door Orazio Benevoli of door zijn voorganger als hofkapelmeester in Salzburg Hofer geschreven kunnen zijn. Intussen schijnt wel vast te staan dat Biber de ware auteur is.Absoluut zeker is dat het werk werd geschreven voor de viering van de elfhonderdste verjaardag van het aartsbisdom St. Rupert in Salzburg in 1682. Het feest werd gevierd in de grote St. Petersabdij en had meer dan symbolische betekenis, omdat het Salzburgs geprivilegeerde centrale positie bevestigde tussen de Romeinse en de Venetiaanse Christelijke traditie. Het feest dat jarenlange voorbereiding vergde, moet de belastingbetaler destijds een smak geld hebben gekost.
Op zichzelf beluisterd, is dit 53-stemmige werk van een indrukwekkende statuur: overdadig en groots van schaal. Zelfs naar de destijds gangbare barokstandaard zijn de afmetingen aanzienlijk: Bij de zes hoofd ‘groepen’ waarop de architectonische akoestiek binnen een grote antifone opzet is gebaseerd, zijn twee hoofdgroepen, elk onderverdeeld in acht vocale solisten en tutti koren met twee strijkerkoren. Dat reeds grote en brede palet bevat verder de rijke kleuren van een à la mode Frans blaasensemble met blokfluiten en hobo’s dat is versterkt met cornetten, trombones, zinken, acht ceremoniële hoftrompetten in twee koren, pauken, vijf orgels en twee solo clarino’s die als een soort fijnzinniger obbligate trompetten worden gebruikt.
Iets van die techniek is ook terug te vinden in Bibers Requiem in A en zijn Missa sancta Henrici. Intieme solopassages worden in het werk afgewisseld met een haast eindeloos aan gedaanteverwisselingen onderhevige overdaad aan stemmen en instrumenten binnen dynamische ruimtelijk perspectief.
De merendeels Italiaanse uitvoerenden treffen de ruige kracht zowel als de waardige praal die deze muziek eigen is heel raak.zonder in nodeloze bombast verstrikt te raken. In hoeverre de ‘revisie en transcriptie’ van Sergio Balestracci daarbij heeft geholpen, blijft onduidelijk.
McCreesh (Archiv 457.611-2) en Koopman (Erato 3984-25506) gingen Balestracci voor in opnamen van dit werk. Alle drie hebben lofwaardige, maar ietwat verschillende karakteristieken. Het is maar waar men algemeen gesproken de voorkeur aan geeft: de inderdaad ietwat bombastische opzet bij McCreesh, de wat subtielere inkleuring bij Koopman of de door deze Italianen gekozen middenweg. Voor luisteraars die beschikken over surround sound weergavemogelijkheid is deze opname van New Classical Adventure de aangewezen versie wat hij is inderdaad in SACD surround sound vorm opgenomen.