Bach, J.S.: Hemelvaartcantates BWV 11, 43, 128, 37; Dialoogcantates BWV 49, 60, 140 en 59; Begrafeniscantatas BWV 198 en 131; “Actus Tragicus” resp. ”Gottes Zeit ist die allerbeste Zeit” BWV 106 en Ich hatte viel Bekümmernis“ BWV 21. Diverse solisren met het Amsterdams Barokorkest en –koor o.l.v. Ton Koopman. Challenge Classics/Antoine Marchand. CC72285, 72288, 72286 en 72289 (4 cd’s).
Het laat hem waarschijnlijk onverschillig of atleten ginds in Peking gouden dan wel blikken medailles halen, maar van Ton Koopman kun je in elk geval zeggen dat hij met ijzeren doorzettingsvermogen en prominent vakmanschap en muzikaliteit de finale heeft gehaald van zijn Bach Cantateproject. Hierbij nu een keus uit de recente releases van Ton Koopman, alias Antoine Marchand, sinds Challenge Classics het vaandel van Erato heeft overgenomen. Het verdwijnen van dit Franse label was weliswaar een dieptepunt in de recente geschiedenis van de klassieke fonografie, maar Koopman en de zijnen zijn onverdroten doorgegaan.
Vastgesteld kan worden dat zij in de grote Bach-cantate-slag met roem beladen concurrenten als Suzuki, Gardiner, Herreweghe e tutti quanti, een glansrol zijn blijven spelen. Ondanks sombere tijden waarin cultuursubsidie adviseurs in dit land zich menen te kunnen permitteren bizarre waardeoordelen te formuleren op grond van het feit dat The Amsterdam Baroque Orchestra en Choir zo veelvuldig in het buitenland optreden: een gotspe, als je bedenkt dat zulke prominente muziekambassadeurs met uitzonderlijk hoog gekwalificeerde cd projecten als dit Bachcantate- en het niet minder indrukwekkende inmiddels voltooide Buxtehudeproject, juist bij uitstek ook financieel, van overheidswege in de watten zouden moeten worden gelegd.
Of dat zwaard van Damocles, namelijk drastische subsidiereductie voor The Amsterdam Baroque Orchestra & Choir daadwerkelijk zal leiden tot vertrek van die prachtige barokensembles naar Frankrijk, zoals Koopman als stok achter de deur heeft laten doorschemeren? In het najaar zal Plasterk in elk geval duidelijkheid moeten verschaffen. Terug naar de muziek: uit de meest recente opnamen van The Amsterdam Baroque Orchestra and Choir kunnen de opnamen van resp. de Hemelvaartcantates BWV 11, 43,128 en 37, met o,a, Johanette Zomer, Christstoph Prégardien en Klaus Mertens. Deze en de Dialoogcantates BWV 49, 60 140 en 59 zijn voorbeelden van transparantie, evenwicht en stijlvolle ritmische en temporele inzichten.
In de Dialoogcantates waarborgt een keur van solisten voortreffelijke en persoonlijke vocale en muzikale kwaliteiten. Sybilla Rubens, Sandrine Piau en Ruth Ziezak, sopranen, Bogna Bartosz, alt, Jörg Dürmüller en James Gillgrist, tenoren en de onverwoestbare ˋFeste Burchtˋ sinds jaren bij Koopman, bas Klaus Mertens, de enige senior in het gezelschap. Die keuze van overwegend jeugdige solisten is steeds een attractieve meerwaarde bij deze vertolkingen. Dat betekent overigens allerminst dat vocalisten met een gerijpte en gereputeerde loopbaan, zoals de sopraan Barbara Schlick, de altus Kai Wessel, de tenorGuy de Mey en weer Klaus Mertens als bas, bij Koopman op een tweede plan zouden komen, integendeel, want de zogenaamde Actus tragicus, namelijk ˋGottes Zeit´ BWV 106 en ˋIch hatte viel Bekümmernisˋ BWV 21 munten uit wat betreft interpretatieve expressie en sublieme vocale intensiteit.
Ook de z.g. “Begrafeniscantates” BWV 198 en 131 zijn voorbeeldig. Met Lisa Larsson, Elisabeth von Magnus, Paul Agnew, Guy de Mey en Klaus Mertens. Bij al deze cantates kan worden vastgesteld dat ook het heldere, transparante koor en het orkest de weldadige, warme en stijlvolle vertolkingen van deze meesterwerken van Bach in alle opzichten en bekroond met de briljante akoestiek van de Waalse Kerk in Amsterdam in een optimaal klankbeeld op cd etaleren.