Beethoven: Symfonie nr. 7 in A op. 92; Weber: Adagio uit Klarinetconcert nr. 1 in f op. 73; Rossini: Ouverture L’Italiana in Algeri; Wilms: Rondo uit de Symfonie nr. 4 in c op. 23.Ákos Ács met het Boedapest festival orkest o.l.v. Iván Fischer. Channel Classics CCS SA 25207 (60’50”). 2006
Feitelijk zijn alle opnamen die Fischer met de Boedapesters tot op heden voor Channel, Decca, Hungaroton, Philips en Warner maakte heel succesvol. Deze is geen uitzondering. Alleen is de concurrentie ditmaal een stuk groter en zal de programmering niet naar ieders zin zijn. De gedachte om Beethoven VII te combineren met werken die ook rond 1812 ontstonden, maar aantrekkelijk lijken, maar is weliswaar heel gevarieerd, doch nogal weinig substantieel. Slechts één deeltje Weber is nogal mager.Logisch dat alle aandacht zich op Beethoven richt. Het werk krijgt hier een passend energieke, maar ook mooi doortekende verklanking waarin Wagners omschrijving van de ‘Apotheose van de dans’ goed wordt waargemaakt. Maar ja: dat was bij Kleiber (Philips en Orfeo), Harnoncourt (Warner), Abbado (DG) – om slechts een paar eerdere ‘winnaars’ te noemen - ook het geval en zij hadden, zich bij Beethoven houdend, de voor de hand liggender koppelingen. Zo werd dit een cd speciaal voor Fischerbewonderaars.