CD Recensies

BEETHOVEN: VIOOLCONCERT, MULLOVA

Beethoven: Vioolconcert in D op. 61; Mendelssohn: Vioolconcert in e op. 64. Viktoria Mullova met het Orchestre révolutionaire et romantique o.l.v. John Eliot Gardiner. Philips 470.629-2, 473.872-2 (68’17”). 2002 

Vreemd eigenlijk dat Mullova tot zomer 2002 wachtte met het opnemen van een van de meest voor de hand liggende vioolconcerten: dat van Beethoven. De beide vioolconcerten van Mendelssohn had ze in 1990 al met Marriner vastgelegd (Philips 432.077-2). Dat wachten heeft de moeite geloond want in de loop der tijd heeft de violiste zich min of meer geleidelijk bekeerd tot de authentieke school, getuige een vergelijking tussen haar oude Vivaldi-, Bach- en Mozartopnamen  en de recentere.

In het onderhavige geval heeft ze zich behalve van een in oude stijl gespecialiseerd ensemble bovendien met de dirigent gebogen over de oorspronkelijke handschriften van beide werken, wat heeft geleid tot alternatieve details. Men moet beide werken wel heel goed kennen om die verschillen te herkennen, maar niettemin. Bovendien gebruikt Mullova in het Beethovenconcert niet een der gangbare cadensen, maar een nieuwe, best stijlvolle van Ottavio Dantone die haar daarvan ook voorzag in haar opname van Mozarts concerten nr. 1, 3 en 4 (Philiips 470.292-2)

Ook de koppeling Beethoven/Mendelssohn is niet alledaags. Onder meer Menuhin (EMI), Heifetz (RCA) en Bell (Sony) zorgden daar eerder voor. Met haar streven naar authenticiteit raakt Mullova wat Beethoven betreft in het gezelschap van Zehetmair (Philips) en Huggett (CFP).

Met een aanbod van meer dan honderd opnamen van elk van deze werken is het moeilijk zich echt te onderscheiden. Toch gebeurt dat hier in positieve zin. Mullova’s attaque en steeds pure toon in combinatie met een uiterst zorgvuldige en heldere articulatie tot in het lastigste passagewerk in het eerste deel, de fraaie contrasten die in het middendeel zijn aangebracht plus de voor Mullova warme toon en de vlotte, lichte finale met opnieuw dansend passagewerk maken van deze Beethoven best wat bijzonders. Bij Mendelssohn ontbreekt het evenmin aan temperament en spontaniteit met vermijding van ieder zweem van sentimentaliteit in het middendeel. Het hoeft nauwelijks nader betoog dat de begeleidingen heel gaaf en inspirerend zijn.

Samenvattend: probeer deze Beethoven naast die van Zehetmair en de ‘traditionele’ Grumiaux (Philips), Perlman (EMI) en Kremer (Warner) en Mendelssohn naast Chung en Jansen (Decca), Chang (EMI) en Mullova’s vorige opname.