Bach: Vioolconcerten nr. 1 in a BWV 1041 en 2 in A BWV 1042; Concert voor 2 violen en orkest in d BWV 1043; Concert voor viool, hobo en orkest in c BWV 1060 . Hilary Hahn (v), Margaret Batjer (v) en Allan Vogel (h) met het Los Angeles kamerorkest o.l.v. Jeffrey Kahane. DG 474.199-2 (57’39”). 2002/3
Bach: Concert voor 2 violen en orkest in d BWV 1043; Vioolconcerten nr. 1 in a BWV 1042 en 2 in E BWV 1042; Concert voor viool, hobo en orkest in d BWV 1060. Akiko Suwanai en Volkhard Steude (v), François Leleux (h) met het Chamber orchestra of Europe o.l.v. Alexander Janiczek. Philips 475.6934 (60’06”). 2005
Bewonderaar als ik ben van Hilary Hahn, hier kan en wil ik haar niet volgen. Het is alsof we door een gril van Wells’ Time machine vijftig jaar terug zijn in de Bachwereld van Münchinger en Richter. Recht op en neer vertolkingen in vrij snelle tempi en met weinig poëzie. Zou de hele authentieke uitvoeringspraktijk aan Hahn en de haren voorbij zijn gegaan? Natuurlijk speelt ze prachtig viool, natuurlijk zijn er mooie momenten, maar waar het verstand wordt geraakt, blijft de ziel verborgen. Nee, dan veel liever Grumiaux (Philips 420.700-2) of Perlman (EMI 574.720-2) als het op traditioneel modern instrumentarium moet of Podger (Harmonia Mundi HMX 2907155) als het – mooier – ‘authentiek’ mag.
In 1990 was de Japanse Akiko Suwanai de jongste winnares ooit van het Tschaikovskyconcours in Moskou. Haar winnende uitvoering van Tschaikovsky’s vioolconcert is toen meteen gedocumenteerd (Warner 8573-89096-2). Geïnteresseerden kennen haar hier haast alleen via haar opnamen, waaronder eentje met superieure uitvoeringen van Sarasate’s Zigeunerweisen en Dvoraks vioolconcert (Philips 464.531-2). Op Philips 462.621-2 speelt ze vioolsonates van Brahms, Dvorak en Janácek en op Philips 454.480-2 een verzamelprogramma onder de titel ‘Souvenir’.
Maar hier op deze aan Bach gewijde schijf toont ze zich terecht van haar ingetogener, minder flamboyante kant, keurig embedded in het alert en opvallend genuanceerd reagerende orkest onder leiding van concertmeester Janiczek als opvolger van Marieke Blankestijn.
Concerten als deze lenen zich niet tot veel virtuoos vertoon, bescheidenheid, een juiste expressie en stijlbesef siert de solisten die zich fraai voegen in de reeks mooiste eerdere opnamen van bijvoorbeeld Grumiaux/Krebbers/Holliger (Philips 420.700-2), Kennedy/Stabrawa/Mayer (EMI 557.016-2) en Terakado/Wakamatsu/Ponseele (BIS CD 961) in dezelfde samenstelling.
Maar deze cd heeft als extra een verrassing in petto. Surf in het derde deel van het concert voor twee violen naar 3’46” en ontdek een tot 6’34” durende cadens van Joseph Hellmesberger (1855-1907, de Oostenrijkse violist, primarius van een gelijknamig strijkkwartet en componist van o.m. Ballszenen, Elfenreigen, Wiener Couplet-Quadrille en andere typisch Weense dansmuziek uit die tijd). Vrijwel niemand speelt die cadens meer, maar hij is best de moeite waard. Beide solisten grijpen eerst als het orkest stilvalt terug op eerder materiaal, spelen dan wat arpeggio’s en herkauwen wat moois uit het tweede deel voordat de draad van de finale weer wordt opgepakt.
De ‘authentieke’ uitvoeringsstijl is aan deze wat zakelijke, niet voldoende ademende vertolkingen niet geheel ongemerkt voorbijgegaan: de tempi zijn levendig, het vibrato is beperkt, de dynamiek redelijk terrasachtig. Veel lof ook voor de inbreng van hoboïst Leleux.