Bach: 15 Tweestemmige Inventionen BWV 772/86; 15 Driestemmige Inventionen BWV 787/801; Partita nr. 2 voor vioolsolo in d BWV 1004. Janine Jansen (v), Maxim Rysanov (va) en Torleif Thedéen (vc). Decca 475.9986 (79’09”). 2007

Sommige van Bachs 2- en 3-stemmige Inventionen doken al in allerlei arrangementen (sommige van Ferdinand David) op. BWV 777 is er van Kennedy (viool) en Harrell (cello) op EMI 556.963-2, 789 van het Saarlands tokkelorkest (!), 792/3 en 794 leverde een blokfluittrio, 794 is er van een Israëlisch blazersensemble (Koch 37309-2) en 801 van een gitaar/klavecimbelduo. Het gaat hierbij om studiemateriiaal dat Bach aanleverde voor zijn kinderen en zijn studenten en dat oorspronkelijk natuurlijk voor klavecimbel is bestemd. In die gedaante kan men het fraai horen van bijvoorbeeld Suzuki (BIS CD 1009) en Koopman (Capriccio 10.210).

Maar de meerstemmigheid komt natuurlijk fraaier uit bij een goede zetting voor contrasterende instrumenten. In het geval van de tweestemmige werken zijn dat viool en altviool, bij de driestemmige gaat het om een strijktrio. Als niet gering intermezzo speelt Janine Jansen de tweede partita met de beroemd/beruchte ‘Chaconne’ als finale.

De in Berlijn gemaakte opname van de Inventionen klinkt wat droger dan de met de nodige kerkgalm omgeven Partita. Jansen speelt overeenkomstig haar vlotte naturel heel spontaan en muzikantesk, maar gelukkig ook bijzonder stijlvol; ze is niet op slippertjes of tekortkomingen te betrappen. Ook haar toon is indringend en krachtig met veel ruimte voor nuancen. Iets geconcentreerder indachtig het pedagogische karakter gaat het eraan toe in de Inventionen die fraai homogeen worden opengelegd. Een onalledaags, best interessant Bachprogramma met allure is het resultaat.