Bartók: 44 Duo’s voor 2 violen Sz 98; Kurtág: Ligatura – Boodschap voor Frances-Marie; Ligeti: Ballade en dans. András Keller (viool) en János Pilz (viool). ECM 465.849-2 (58’22”). 1999
Bartóks vioolduo’s zijn beschikbaar voor vrijwel alle niveau’s van technische vaardigheden, maar verhullen diepere betekenissen die alleen de beste violisten tot uiting kunnen brengen. Het is daarom altijd de moeite om te horen hoe halve strijkkwartetten die materie aanvatten en vaak tot heel interessante, volkomen verschillende oplossingen komen. Dat begon met bijvoorbeeld Drucker en Setzer van het Emerson kwartet (Biddulph LAW 007), zette zich voort bij Végh en Lysy (Astrée E 7720) en nu nogmaals bij de twee leden van het Keller kwartet. Daarbij wordt de volgorde van Bartóks grondplan nogal eens veranderd, ook hier. Maar daar is duidelijk over nagedacht en de componist stelde ook dat de gepubliceerde volgorde alleen ten dienste van het pedagogische doel was.
Harmonie en ritme vormen de grootste aandachtspunten en het is opvallend dat de langzame items steeds de mooiste vertolking krijgen. De Biddulph cd kunnen we welhaast vergeten, Végh en Lysy gaan als regel meer aardgebonden, maar ook temperamentvoller te werk, Keller en Pilz maken er meer kunstmuziek van en zij hebben het voordeel van wat toegiften, waarin de beide andere Hongaarse componisten dezelfde taal lijken te spreken. Het is moeilijk kiezen, maar mogelijk verdient de nieuwe cd een marginale voorkeur.