CD Recensies

BERLIOZ: BENVENUTO CELLINI

Berlioz: Benvenuto Cellini. Gregory Kunde (Benvenuto Cellini), Patrizia Ciofi (Teresa), Joyce di Donato (Ascanio), Jean-François Lapointe (Fieramosca), Laurent Naouri (Balducci) e.a. met het Frans omroepkoor en het Frans nationaal orkest o.l.v. John Nelson. Virgin 545.706-2 (3 cd’s). 2003

 

Van de vijf voor het theater bestemde werken van Berlioz krijgen alleen het door de oudheid geïnspireerde Les Troyens en het door Goethe geïnspireerde La damnation de Faust nog een kans in het tegenwoordige muziekleven. Een vroeg werk als Les Francs juges ging verloren, al klinkt de ouverture soms nog. De rommelige komedie naar Shakespeare Béatrice et Bénédict met zijn diverse stijlen en te grote afhankelijkheid van gesproken teksten werd nooit een succes, al kent het werk een paar aardige taferelen en heeft het een mooie ouverture.

Blijft Benvenuto Cellini, het verhaal rond de beeldhouwer uit de Renaissance en zijn rivalen. Incidenteel wordt het op het toneel gebracht, maar het is feitelijk te lang voor zijn inhoud. Wel leidde de componist een van zijn beste ouvertures af uit de carnavalscène: Le carnaval romain. Zelf was Berlioz indertijd best enthousiast over het werk, waarin hij volgens eigen zeggen ‘zeldzaam veel verve en vitaliteit’ had gestopt. Om het stuk in Parijs uitgevoerd te krijgen, moesten de nodige coupures worden gemaakt en de vocale partijen worden aangepast. Meer succes kreeg hij na nog meer herzieningen dankzij pleitbezorger Liszt in Weimar in 1852. Het werk circuleert tegenwoordig overeenkomstig zijn voorgeschiedenis in een paar versies: Parijs 1 en 2 en Weimar.

Colin Davis zorgde in 1972 op Philips voor een geruchtmakende plaatpremière van een gemengde Parijse/Weimar versie (Philips 416.955-2) en op basis van musicologisch onderzoek komt Nelson nu met de eerste Parijse versie die ten opzichte van zijn voorganger ongeveer een half uur meer muziek bevat.

Dat de nieuwe opname in Parijs met eigen krachten van de Opéra daar ontstond is meteen van voordeel want er wordt in authentiek Frans gezongen en het – gelukkig gedisciplineerde – orkest bezit de juiste Franse timbres, met name natuurlijk bij de blazers. Gregory Kunde in de titelrol is een ware held: elegant, vurig en waar nodig uitdagend stoer maar ook melancholiek. Patrizia Ciofi is als Teresa gracieus, maar ook haast wat te bescheiden; als haar pa Balducci maakt Laurent Naouri een inderdaad beschermend vaderlijke indruk. Jean-François Lapointe is een geestige Fieramosca, Joyce di Donato een spirituele Ascanio. Terecht houdt Nelson de vaart erin, zodat de spanning niet wegebt. Gelukkig voldoet ook de opname aan hoge eisen. Een belangrijke, wat late plaatpremière van het oorspronkelijke werk dat bij nader inzien toch niet langdradig is.