CD Recensies

BOULEZ: PIANOSONATES, JUMPPANEN

Boulez: De drie pianosonates. Paavali Jumppanen. DG 477.532-8 (60’09”). 2004

 

Nog steeds gelden de drie pianosonates van Boulez als heel moderne pianowerken, hoewel ze niet heet van de naald meer zijn. Deze werken staan feitelijk ter weerszijden van Boulez’ korte uitstapje naar het ‘totale serialisme’ dat wordt vertegenwoordigd door de Structures I voor twee piano’s. De tweedelige eerste sonate werd in 1946 door de toen 21-jarige wat overmoedige componist geschreven als wat achteraf lijkt op een serieuze voorbereiding op de duidelijk nog ambitieuzer tweede sonate, die twee jaar later volgde. Het is nog steeds een furieuze aanval op de vleugel, waarbij de kartelranden en de niet aflatende ritmische opeenstapelingen een radicale breuk met de traditie betekenden en heel vernieuwend waren in de klassieke muziekwereld.

De notie van ‘mobiele vormen’ die vrijwel gelijktijdig door Boulez en Stockhausen werd geïntroduceerd (door Stockhausen bijvoorbeeld in zijn Klavierstück XI uit 1956) vinden we terug in de derde pianosonate (1955/57), blijkbaar ook anno 2005 nog steeds een van die onvoltooide werken waar de componist op kan bogen, want van de vijf geplande delen zijn nog steeds alleen de eerste twee af. Hoewel het gebruik van onbepaalbaarheid waarbij de pianist zelf niet alleen de volgorde der delen binnen ‘Formant 2: Trope’ en ‘Formant 3: Constellation-Miroir’ bepaalt, maar ook tempo en dynamiek dat probleem haast als sneeuw voor de zon doet verdwijnen.

Van dit drietal werken maakte Herbert Henck in 1984 een memorabele opname (Wergo CD 60.121-50), terwijl Maurizio Pollini zich in 1976 aan de tweede sonate wijdde (DG 447.431-2). Later volgden Idil Biret (Naxos 8.553353) in 1994 en in 1987 Claude Helffer (Auvidis Astrée E 7716, Naïve Montaigne MO 782120).

De wat lastig verkrijgbare versie van Henck heeft langzamerhand zijn tijd wel uitgediend. Helffer heeft de pech van een nogal vlak en kaal aandoende pianoklank, hoewel hij met meer autoriteit en vanzelfsprekendheid speelt dan Bidet, die op haar beurt profiteert van een wat mooiere pianoklank en de spotprijs van haar cd. De (nog) onbekende Finse pianist die onder andere door Krystian Zimerman werd gecoached, lijkt een specialist voor dit repertoire en zijn vertolking draagt de imprimatur van de componist, moet dus helemaal naar wens en authentiek zijn. In elk geval biedt hij het beste van alle werelden: een verbluffende techniek, de nodige verfijning èn heftige, brute kracht. Zijn pleidooi maakt het avant-gardistische labyrint van deze stukken toegankelijk en veel van de nogal hermetische structuren wordt plausibel. De pianoklank is indrukwekkend en bezit een royaal dynamisch bereik, zodat dit voorlopig het laatste woord is in deze materie.