CD Recensies

BRAHMS: CELLOSONATES E.A., WISPELWEY

Brahms: Cellosonate nr. 1 in e op. 38; Cellosonate in D op. 78 (bewerking door de componist van Vioolsonate nr. 1); Cellosonate in f op. 120/1 (bewerking van de altviool- of klarinetsonate nr. 1). Pieter Wispelwey (cello) en Dejan Lazić (piano). Channel Classics CCS SA 24707 (71’). 2006

 

Brahms werkte drie jaar aan zijn eerste cellosonate (1862-1865) en oorspronkelijk bevatte het werk nog een adagio dat echter voor publicatie werd vernietigd. Een tweede sonate, hier opgenomen, is de door de componist zelf voorbereide celloversie van de Vioolsonate nr. 1. Daarvan bestonden al ettelijke opnamen, bijvoorbeeld van Ma en Ax (Sony 63229), Maisky en Gililov (DG 453.424-2) en Kliegel en Merscher (Naxos 8.550656). Als verrassing volgt daarop hier een bewerking door Wispelwey van de eerste klarinetsonate die Brahms in 1894 schreef voor Richard Mühlfeld. Rekening houdend met de mogelijkheden en de eigenschappen van dat instrument ontstond een lyrisch, maar ook krachtig stuk waarin rekening werd gehouden met de wendbaarheid en de grote omvang van dat instrument van tenor tot hoge sopraan. De nogal dominerende milde aard van het werk verraadt ook dat het in de herfst van ’s componisten leven ontstond.

Behalve voor altviool of klarinet bestonden van dit werk al bewerkingen voor viool (Annette-Barbara Vogel op Cybele CY 8350901 en Andrew Hardy op Calliope CAL9283/4) en fluit, maar Wispelwey zocht het juist in de lagere klankregionen met zijn versie voor cello. Dat pakt heel fraai uit en kan als een aanwinst worden beschouwd.

Spelend op een negentiende eeuwse Boheemse cello met Paul Komen op een eveneens negentiende eeuwse Weense piano waren beide ‘echte’ cellosonates al in 1992 door Wispelwey vastgelegd. Het is heel begrijpelijk dat hij aan die versie nog een volbloediger uitvoering op zijn Guadagnini met begeleiding op een Steinway D wilde toevoegen. Voor zover hij al van verder gerijpte inzichten blijk geeft, treffen deze aangenaam. Aan lyrische bevlogenheid noch aan levendig temperament ontbreekt het en die extra sonate maakt het geheel nog aantrekkelijker.

Natuurlijk bestond al een reeks andere voortreffelijke opnamen van beide cellosonates. Te denken valt vooral aan Schiff/Oppitz (Philips), Rostropovitsj/Serkin (DG) en Harrell/Ashkenazy (Decca), maar deze voortreffelijk klinkende uitgave voegt zich moeiteloos bij de besten.