CD Recensies

BRAHMS: PIANOCONCERT NR. 1, ZIMERMAN

Brahms: Pianoconcert nr. 1 in d op. 15, Krystian Zimerman met het Berlijns filharmonisch orkest o.l.v. Simon Rattle. DG 477.5413 (51’21”). 2005

 

In 1983 maakte Krystian Zimerman in Wenen al een opname van Brahms’ eerste concert, toen met het Weens filharmonisch orkest onder Leonard Bernstein (DG 413.472-2). Later volgde het tweede in dezelfde combinatie (DG 415.359-2). Het is heel wel voorstelbaar dat hij toe was aan een nuttige herziening van die nogal zwaar aangezette, massieve verklanking die ook nog iets weeks had. Hoe dan ook, de nieuwe opname maakt heel verrassend een energieker, helderder indruk. Dat blijkt meteen al uit de snelle tempi: 23’27” tegen 24’35” voor het eerste deel, 15’45” tegen 16’28” voor het tweede en 12’09’ tegen 13’00 voor het derde. Voorstelbaar is ook dat de samenwerking met Simon Rattle harmonieuzer was dan die met Bernstein; zeker te oordelen naar de foto’s op cover en boekje. In elk geval klinkt het resultaat heel gedreven en eensluidend. Heel geciviliseerd als Zimerman van nature is, weet hij waar nodig forse, verborgen krachten en veel élan te ontplooien. In een werk als dit is de hechte samenwerking tussen pianist en orkest van vitaal belang, vooral ook omdat er passages zijn waarin het orkest niet de solist begeleidt, maar juist omgekeerd de solist het orkest. Heel aangenaam daarbij is dat essentiële blazerspartijen daarbij goed hoorbaar worden zoals hier.

Het jonge leeuwachtige karakter van het werk komt in de hoekdelen erg mooi uit, maar ook de vele kleine, doch belangrijke details krijgen veel aandacht, terwijl het werk toch een spontane vaart behoudt en de verbeelding de volle teugel krijgt. Het lyrische langzame deel is een in alle rust uitgewerkt gedicht met prachtige momenten die voorkomen dat het een net iets te uitgesponnen karakter krijgt. Zo werd dit een welkome revanche van de pianist wiens vorige opname van dit werk niet (meer) op de lijst van favoriete vertolkingen voorkwam, maar nu duidelijk wel, zelfs met enige voorkeur ten opzichte van de roemruchte interpretaties van bijvoorbeeld Gilels (DG 447.446-2), Curzon (Decca 466.376-2), Kovacevich (EMI 754.578-2), Grimaud (Warner 0927-46768-2) en Brendel (Philips 420.071-2). De opname munt uit door helderheid en een grote dynamiek.