CD Recensies

BRUCKNER: SYMFONIE NR. 9, ABBADO, HARNONCOURT

Bruckner: Symfonie no. 9 met workshop en commentaar. Weens filharmonisch orkest o.l.v. Nikolaus Harnoncourt. RCA 82876-54332-2 (2 cd’s, 130’34”). 2002

Bruckner: Symfonie no. 9. Weens filharmonisch orkest o.l.v. Claudio Abbado. DG 471.032-2 (60’24”). 1996

 

Op papier lijkt het zo veelbelovend: Bruckner, het Weens filharmonisch en Abbado als dirigent die muzikaal half in Wenen is geworteld, het orkest goed kent, de sympathie van het ensemble heeft en die bijna altijd de mooiste resultaten bereikt tijdens zaaloptredens, zoals hier. Jammer genoeg stelt het resultaat wat teleur. Natuurlijk klinkt het werk gaaf en bezit het een voor deze dirigent gangbare helderheid, bij vlagen klinkt de muziek ook erg intens en lyrisch, maar het is net of het hele proces wat mechanisch, zonder echte bevlogenheid wordt afgewikkeld. Gek eigenlijk dat iemand als Harnoncourt die tijdenlang op veel tegenstand bij datzelfde orkest vervolgens wel imposante resultaten bereikt.

Net als Mozarts Requiem, Schuberts Onvoltooide, Mahlers tiende symfonie en Ives’ Universe symfonie (om maar een paar voorbeelden te noemen) heeft ook de negende van Bruckner altijd gesmeekt om aanvulling met een voldragen finale. En ook hier zijn pogingen gedaan om het werk af te maken. Pogingen tot reconstructie op basis van nagelaten materiaal dat goed is voor zo’n achttien minuten muziek waren er al, bijvoorbeeld van Carragan, Samale, Phillips, Cohrs, Mazzuca en Simpson. Ook al eerder integreerden dirigenten als Talmi (Chandos CHAN 7051) en Wildner (Naxos 8.555933/4) dat materiaal in hun uitvoeringen.

Maar Harnoncourt heeft meer te bieden en ging grondiger te werk. Om te beginnen heeft hij zich geleidelijk ontpopt als een van de betere, interessantere Brucknervertolkers die een stevige greep hebben op de grote structuren en spanningsbogen. Bovendien stond hem een ideaal klankapparaat ter beschikking in de vorm van de Weners, die – jammer maar helaas – niet in eigen huis (Musikverein), maar in het akoestisch minder geschikte Grosses Festspielhaus in Salzburg ‘live’ werden opgenomen. Niettemin: het resultaat is niet alleen interessant, het gaat hier ook om de best gerealiseerde uitgave van deze voltooide negende waarin Harnoncourt zich een voortreffelijke gids toont. Wie minder nieuwsgierig is naar het eindresultaat, zou zich aan Karajan (DG 429.904-2), Giulini (DG 427.345-2) of Barenboim (Teldec 0927-46746-2) kunnen houden.