Bernstein: Mass. Jubilant Sykes (spr./bar.), Peabody kinderkoor, koor en marsband van de Morgan staatsuniversiteit, Baltimore symfonie orkest o.l.v. Marin Alsop. Naxos 8.559622/3 (2 cd’s, 1u 44’01"). 2008
Tot op zekere hoogte is de Mass uit 1971 exemplarisch voor Berenstein, de componist. In dit werk namelijk wordt de secularisatie van het zwaar met traditie belaste genre zo ver gedreven dat de zich ten slotte ontpoppende van de geest bevrijde muziek in een soort kwantumsprong omslaat in een nieuwe categorie van geestelijkheid. Typisch, net als voor andere gewichtige composities van Bernstein, is verder dat het werk iets tracht te communiceren dat ver buiten de gangbare waarde- en werkvoorstellingen ligt. Maar het onderhoudende karakter verdwijnt bij dit alles zelen buiten gehoorsafstand. Waarschijnlijk juist daarom heeft het werk altijd onder vuur van de kritiek gelegen.
De ondertitel ‘Theaterstuk voor zangers, spelers en dansers’ had een vingerwijzing kunnen zijn voor hetgeen te verwachten is. Het gaat met gebruikmaking van divergerende elementen uit – om de extremen te noemen – de avant-garde, blues, jazz en de popmuziek om muziektheater bij uitnemendheid met een mix van stijlen en bronnen. Er zijn wat misteksten gebruikt, maar daarnaast ook materiaal van S. Schwartz en de componist zelf. Ogenschijnlijk alles ver van alle mogelijke liturgische achtergronden. Of toch niet? Het oordeel is aan de luisteraar.
De componist zelf leidde twee opnamen, de ene uit Amerika kort na de première (Sony SM2K 63089) ontstaan, de andere van wat latere datum uit Israël (DG 469.829-2, een box met 7 cd’s). Nagano zorgde daarna voor een meer dan achtenswaardige Berlijnse opname (Harmonia Mundi HMC 90.1840/1). Er is ook een dvd opname uit Rome (Enrico Castiglione Arts 230039).
Belangrijke rol speelt de celebrant, die bijna alomtegenwoordig is. Hoe goed Alan Titus, en Jerry Hadley zich in vorige opnamen ook van hun zware opgave kweten, Jubilant Sykes overtreft hen. Verder toont Alsof zich met haar ensemble uit Baltimore geweldig in haar element en zorgt ze voor een meeslepende, geëngageerde uitvoering die in menig opzicht voorbeeldig is. Wordt hierdoor het belang van de beide ‘authentieke’ vertolkingen onder de leiding van de componist geringer? Geenszins, maar los van die overweging is het momenteel Alsop ‘to go for’.