CD Recensies

BRAHMS: VIOOLCONCERT, DUBBELCONCERT, REPIN, MORK

Brahms: Vioolconcert in D op. 77; Dubbelconcert voor viool, cello en orkest in a op. 102. Vadim Repin (v) en Truls Mørk (vc) met het Gewandhausorkest Leipzig o.l.v. Riccardo Chailly. Decca 477.7470-2 (72’59”). 2008

 

Wie tracht van elke recensie een soort mini vergelijkende discografie te maken, stuit bij dit tweetal werken op een verrassend grote lijst met indrukwekkende namen. Achtereenvolgens passeren daarop

Heifetz-Feuermann. Biddulph LAB 041, Pearl GEMMCD 9293

Heifetz-Piatigorsky. RCA 82876-59410-2

Oistrakh-Fournier. EMI 345.758-2

Stern-Rose. Sony SK 46335

Oistrakh-Rostropovitch. BBC Legends BBCL 4197-2

Kremer-Maisky. DG 445.595-2

Kremer-Hagen. Teldec 0630-13137-2

Shaham-Wang. DG 469.529-2

Fischer-Müller-Schott. Pentatone PTC 5186-066

 

Een imposante lijst, waaruit jarenlang vooral de versies Heifetz-Piatigorsky, Stern-Rose, Oistrakh-Fournier en voor wie de wat mindere (mono) opnamekwaliteit uit 1965 voor lief neemt de Moskouse BBC opname van Oistrakh en Rostropovitch, die elkaar zo lang kenden en elkaar intuïtief aanvoelden. De aanwezigheid van Harnoncourt in Amsterdam bij Kremer en Hagen staat garant voor een verfrissend opnieuw overdenken van beide werken tot en met het gebruik van een vergeten cadens uit 1903 van Enescu in het vioolconcert dankzij Kremer in het vioolconcert. Bij deze imposante lijst voegden zich recentelijk de jonge Julia Fischer en Müller-Schott met een frisse jeugdig emotionele aanpak. Hoe verhoudt de nieuwe uitgave zich tot deze favorieten?

Repin plaatst zich in het vioolconcert meteen in dit illustere gezelschap met evenwichtige, weldoordachte vertolking. Zijn inzet heeft iets uitdagends en klinkt heel kernachtig, later toont hij ook grote gevoeligheid. Zeker in het andante dat soepel en plooibaar klinkt en een prachtige hobosolo bevat. De finale heeft terecht iets van een Hongaarse dans.

De ernstige, declamatorische inzet van het dubbelconcert vertelt al veel over wat gaat volgen. Die inzet kan ook veel verraden over beide solisten die daarna inzetten met korte solocadensen die onderling door wat orkestmateriaal zijn gescheiden. Het zal waarschijnlijk niet verbazen dat Repin het beste de volle nobele ernst van Brahms inspiratie weet te uiten, terwijl Mørk weliswaar heel melodieus speelt, maar ook te terughoudend in expressief opzicht. Iets dergelijks geldt voor het tweede thema, dat duidelijk expressiever naar voren wordt gebracht door de violist.

Het langzame deel klinkt aangenaam warmbloedig met heel tere momenten. De dansritmen van de finale worden zodanig gespeeld dat ze wijzen op ontspanning en een gevoel van ingehouden pret zonder overdreven opwindend te worden. Probleem is hooguit dat het tweetal solisten qua intentie en temperament niet ideaal bij elkaar past. De gelijkmatige, ongehaaste passages krijgen prachtig gestalte dankzij Chailly die het symfonische karakter van het werk goed aan het licht brengt en het prachtige orkest  staan in een goede balans met de solisten.

Deze nieuwe cd ontleent zijn grootste waarde en betekenis aan het vioolconcert; van het dubbelconcert bestaan homogenere versies. Een wat lastige keuze dus.