Bach, J.S.: 6 Fluitsonates BWV 1030/5; Fluitsonate in g BWV 1020; Triosonate G BWV 1039. Emmanuel Pahud (fl), Trevor Pinnock (kl), Jonathan Manso (vc), Silvia Careddu (fl). EMI 217.443-2 (2 cd’s, 1u 40’47”). 2008
De muziekwetenschap schrijft aan Bach, de grote arrangeur en bewerker de Sonates in b BWV 1030, in A BWV 1032 voor fluit en klavecimbel zijn en het bij de Sonates in e BWV 1034, in E BWV 1035, in C BWV 1033 gaat om triosonates, terwijl het waarschijnlijk is dat de Sonate in g BWV 1020 oorspronkelijk van zijn zoon C.P.E. Bach is, ook bekend als Vioolsonate en de Sonate in Es BWV 1031 met zijn prachtige Siciliana mogelijk van Johann Christoph Altnikol, Bachs aanstaande schoonzoon. De Sonate in G BWV 1039 is voor 2 fluiten en basso continuo en is beter bekend als de Gambasonate in G.
Zo wordt hier een vrij compleet beeld gegeven van wat Bach in dit genre aan bijdragen leverde. Men had er de Partita in c BWV 997 uit het Musicalisches Opfer nog aan kunnen toevoegen. Uiteraard speelt Pahud op een prachtige moderne dwarsfluit, maar hij zocht begeleiders die zijn gespecialiseerd in de barokwereld.
Wat uit die hechte samenwerking ontstond, blinkt uit in milde klankschoonheid. Misschien kan een blokfluit fijnere nuancen aanbrengen, maar verder is hier het optimum hoorbaar. Op het getoonde stijlbesef, de mooie articulatie valt evenmin wat aan te merken.
De opnametechnici waren guller voor de solofluit dan voor het klavecimbel. Dat is het enige smetje op deze uitgave, want de verbeeldingsvolle Pinnock had een beter lot verdiend.
Het belangrijkste alternatief bieden Ashley Solomon (met een vriendelijk klinkende barokfluit en klavecinist Terence Charlston (Channel Classics CCS 15789).