Böhm: Preludium in C; Vom Himmel hoch da komm ich her; Nun bitten wir den heiligen Geist; Christe, der Du bist Tag und Licht; Preludium (und Fuge) in a; Wer nur den lieben Gott lässt walten; Christ lag in Todesbanden 2x; Auf meinem lieben Gott; Vater unser im Himmelreich 2x; Preludium (en fuga) in d. Bernard Foccroulle. Ricercar RIC 319 (70’06”). 2011
De in zijn tijd heel beroemde en Bach beïnvloedende organist Böhm uit Lüneburg (waar Bach nog even naar school ging). Böhm die leefde van 1661-1733 was decennialang slecht op muziekconserven vertegenwoordigd, vandaar dat iedere behoorlijke repertoire uitbreiding welkom is. Hij ontwikkelde de koraalpartita (en variaties) waarvoor hij verschillende compositietechnieken benutte in een synthese van nationale stijlen. Een aantal van die koralen is hier als hoofdschotel van het programma bijeengebracht. Wat bij Böhm zo ontstond, was heel sonore klankwereld.
Dat Foccroulle op het prachtige Van Hagerbeerorgel (anno 1646) uit de Alkmaarse Sint Laurens speelt, blijkt in dit opzicht meteen van voordeel. Goed gereedschap is niet altijd het halve werk, maar bij orgelmuziek uit de barok zoals hier wel van groot belang.
De organist legde (net als Ton Koopman) al de complete orgelwerken van Buxtehude vast (Ricercar RIC 250, 5 cd’s) en is dermate goed vertrouwd met het Noord-Duitse idioom dat hij hier in een mooie variatie tussen absolute en haast ‘programmatische’ stukken op alerte en geïnspireerde wijze voor heel stijlvolle en prachtig afgewerkte vertolkingen zorgt. Hij speelt op heldere wijze, soms haast quasi improviserend in de koralen en juist het contrast tussen de gekozen composities maakt het programma zo bevredigend.
Organisten zullen mogelijk betreuren dat de nadere registraties niet expliciet zijn vermeld. Maar dat maakt het genot niet geringer.