Bach, J.S.: 6 Vioolsolosonates en Partita’s BWV 1001/6; Pisendel: Vioolsolosonate in a. Amandine Beyer. ZigZag Territoires ZZT 110902 (2 cd’s, 2u 31’ 36”). 2010/1
Wie de Franse barokvioliste Amandine Beyer precies tot haar belangrijkste muzikale inspiratie- en vormingsbronnen rekent, is niet helemaal duidelijk, maar haar staat van dienst in imposant. Ze studeerde in Bazel barokviool bij Chiara Banchini en rondde tegelijk de studie muziekwetenschap af met een promotie over Stockhausen, ze richtte het eigen kamerorkest Gli incogniti op en is als docent actief.
Uit alles blijkt dat ze gepokt en gemazeld is in de oude uitvoeringspraktijken en eerdere opnamen van bijvoorbeeld Bachs Vioolconcerten (ZigZag Territoires ZZT 070501), Vivaldi’s Vier jaargetijden (ZZT 080803), sonates van Rebel (ZZT 051102) en van C.P.E. Bach (ZZT 050902).
En nu beklimt ze dan de violistische Himalaya en ze doet dat met lichte, doch heel zekere tred op reis in dit harmonische avontuur. Onderweg geeft ze ook een goed idee van wat Harnoncourt bedoelde met de ‘spraakgerelateerde expressie’.
Hoewel mogelijk iets van een Franse achtergrond blijkt uit het vooral heldere, lichte betoog dat de violiste niet geheel wars is van enig vibrato bij de precies vormgegeven voortschrijdende harmonieën. De akkoorden klinken rijk, alsof ze van iedere noot geniet. Luister bijvoorbeeld naar het begin adagio van de Sonate in g. De zacht ‘afrollende’ arpeggio’s hebben een verduidelijkend effect. De articulatie is bijzonder duidelijk en de dansdelen van de derde Partita bezitten zwier.
De beroemde Chaconne paart een soort hoofse verfijning evenwichtig aan een ideaal geproportioneerde bouw. De fuga’s uit de drie Sonates komen fraai uit de verf met die uit de Sonate in c als bekroning. De tempi zijn steeds aan de virtuoos snelle kant maar de afwerking heeft daar geenszins onder te lijden.
Beyer bespeelt een fraai helder en licht klinkende barokviool van Pierre Jaquier uit 1996 met een strijkstok van Eduardo Gorr uit 2000.
Dit is een stimulerende en verbeeldingsvolle manier van musiceren die nog wat meer overtuigt dan bij Monica Huggett (Virgin 562.340-2) en minstens zo goed als bij Rachel Podger (Channel Classics CCS EL 2498).
Opvallend is wel hoe de dames het voortouw nemen in dit repertoiresegment. Denk aan Viktoria Mullova (Onyx ONYX 4040), Lara St. John (Analagon AR 132), Julia Fischer (Pentatone PTC 518607-2), Elizabeth Wallfisch (Hyperion CDD 22009), Alina Ibragimova (Hyperion CDA 67691/2), Isabelle Faust (Harmonia Mundi HMC 90.2059) en een aanzet van Janine Jansen (Decca). Wat een weelde! Maar: betrek Beyer absoluut in de keuze.
Meer dan zomaar een toegift die haar onderscheidt van bovengenoemde collega’s is de Solosonate van Georg Johann Pisendel (1687-1755), tijdgenoot van Bach en bekend als vioolvirtuoos en dirigent van de opera in Dresden. Van dit werk moeten ook opnamen bestaan van Jenny Abel (Continuo Podium 1-2) en Rachel Barton (Cedille CDR 9000078), maar het lijkt onwaarschijnlijk dat die beter zijn dan het hier zo stijlvol gebodene.
De in aan akoestisch mooi passende net voldoende galmrijke locatie in het Zwitserse La Chaux-de-Fonds gemaakte opname bekroont het succes.