Bartók: Vioolconcerten nr. 1 BB 48a en 2 BB 117; Altvioolconcert BB 128. James Ehnes met het BBC filharmonisch orkest o.l.v. Gianandrea Nosea. Chandos CHAN 10690 (77’45”). 2009/11
Een eerste letterlijk groot voordeel van deze cd is dat hij boordevol is met niet alleen beide Vioolconcerten, maar ook en waarschijnlijk voor het eerst met het Altvioolconcert extra. Sinds de oude opname van Kyung Wha Chung (Decca 473.271-2) domineerden bij de opnamen van de Vioolconcerten György Pauk (Naxos 8.554321) en Arabella Steinbacher (Pentatone PTC 5186350). Gek genoeg werd het bekendste Tweede concert meestal in andere koppelingen vastgelegd, heel mooi bijvoorbeeld door Mullova (met Stravinsky, Philips 456.562-2).
Ehnes neemt alle drie de concerten voor zijn rekening en kan even goed met de viool als met de altviool overweg. Zijn interpretaties zijn minder extrovert dan door Chung en vrijwel even idiomatisch als door Pauk, die alleen viooltechnisch wat minder begaafd blijkt dan Ehnes, al ligt het Hongaarse idioom uit het Tweede concert, maar compenseert dat met een mooi concept van alle stemmingswisselingen en zijn vermogen om deel na deel tot een eenheid te binden. Mooi maakt hij van het eerste deel van het Eerste concert het liefdeslied dat Bartók in gedachten moet hebben gehad voor Steffi Geyer.
In het Altvioolconcert toont Ehnes net als Mullove (ECM 465.420-2) en Power (Hyperion CDA 67687) een goed gevoel voor dit nogal sombere, door Serly voltooide werk. Door de warmere toon van de altviool krijgt het werk in deze plooibare uitvoering haast vanzelf meer gloed mee.
Veel invloed heeft ook de mooi afgewerkte, gevoelige begeleiding van het Engelse orkest. Het eindresultaat is minstens zo interessant als van de genoemde rivalen, de opnamekwaliteit is heel goed en de belangrijkste factor bij het maken van een keuze is: heeft men al een of meer van deze werken, of is de combinatie van het drietal een uitkomst.