CD Recensies

BEETHOVEN: SYMFONIEËN NR. 7 EN 8, DE VRIEND

Beethoven: Symfonieën nr. 7 in A op. 92 en 8 in F op. 93. Orkest van het Oosten o.l.v. Jan Willem de Vriend. Challenge CC 72500 (65’57”). 2008/10

 

Zoals regelmatige concertbezoekers uit Twente en kijkers naar het TV programma Brava weten, ontstond in Enschede een bijzondere Beethovencyclus met naast de negen symfonieën bijvoorbeeld ook het vioolconcert.

Vroeger werd door elitaire Randstedelingen het Overijssels filharmonisch orkest wat smalend als een tweede rangs ensemble afgedaan, maar na de trainingsarbeid van orkestpedagoog Van Zweden en de inspirerende motivatie van Jan Willem de Vriend die zijn ervaring in authentiekere muziekpraktijken meebracht musiceert het indertijd omgedoopte orkest op behoorlijk internationaal niveau.

Zou er dan toch iets waar zijn van het oude gezegde: “Er bestaan geen slechte orkesten, alleen slechte dirigenten”? De nodige verjonging met enthousiaste, bekwame musici en het geleidelijk verdwijnen van ongemotiveerde ‘muziekambtenaren’ zal ook wel zijn deel hebben bijgedragen.

Hoe dan ook: De Vriend’s Beethovencyclus mag er wezen. Waarom? Omdat hij iets wezenlijks bijdraagt aan de uitzonderingsgeschiedenis, een tussenvorm van het traditionele en het authentieke. Ongeveer op de manier waarop Krivine (Onyx) onlangs verraste. Het betekent onder meer een zinvolle benadering van het vibrato bij de strijkers.

Levendige tempi en veel élan maken met blijken van robuustheid en spiritualiteit van de Zevende inderdaad een ‘triomf van de gesublimeerde dans’ (Wagner). Aan het espressivo meteen aan het begin van de poco sostenuto inleiding van de Zevende wordt niets tekort gedaan. Het vivace is vol ritmische veerkracht met kernachtige accenten en een paar forse crescendi. Het scherzo gaat net als het trio in het verlangde tempo. De contouren zijn scherp getekend

En de Achtste, licht van toets, heeft aangename ondertonen van humor, zeker in het tweede, licht spottende (metronoom) deel; het menuet is inderdaad een gestileerde dans. Op de afwerking valt gelukkig niets aan te merken.

Natuurlijk is er een overvloed aan opnamen van deze werken, maar deze uitvoeringen verdienen een extra kans en laten uw scribent de recente teleurstelling over Chailly met zijn Leipzigs toporkest even vergeten.