Bach, J.S.: 6 Suites voor solo cello BWV 1007/12. Quirine Viersen. Globe GLO 5244 (2 cd’s, 2u 16’29”). 2010/1
Een merkwaardig iets: terwijl violistes zich soms al vrij snel op de Sonates en partita’s voor soloviool werpen, getuige de inbreng op cd van onder meer Lara St.John, Julia Fischer, Elizabeth Wallfisch, Isabelle Faust, Alina Ibragimova, plus de meer de authentieke uitvoeringspraktijk toegedane Podger, Huggett, Mullova en Beyer is het bij de dames na Maria Kliegel (Naxos 8.557280/1) stilletjes wat de Suites voor solocello betreft. Opvallend genoeg verschijnen ze in vrouwelijke gedaante wel steeds vaker in de omzetting naar de altviool sinds Imai (Philips 475.6219), bijvoorbeeld van Tabea Zimmermann (Myri 003), Lilian Fuchs (Doremi DHR 7801/2) en Helen Callus (Analekta AN 9968/9). Gek genoeg blijft bij deze cellowerken ook de animo om ze ‘authentiek’ uit te voeren wat achter bij die van de vioolwerken sinds Bijlsma en Ter Linden pionierswerk verrichtten.
Het zijn zo maar wat gedachten naar aanleiding van deze lang verwachte opname van Quirine Viersen die zich begrijpelijk niet heeft gehaast om deze werken vast te leggen. Ze beschikt over de belangrijkste eigenschappen om de kern van deze muziek te raken: primair een voortreffelijke techniek, maar verder waar het echt op aan komt briljant in de realisatie, goed doordacht, met een aristocratische inslag en een heel coherent besef van Bachs articulatie en frasering. De kern van de toon is steeds zuiver en raak. Hooguit valt als meestal te discussiëren over sommige tempi, maar dat is van secundair belang het grote, geslaagde geheel overziend. Of misschien nog de wijze raadgevingen van vroegere coaches Schiff en Ma een rol hebben gespeeld?
Teruggaan tot Casals (Naxos 8.110915/6) is intersssant, maar niet maatgevend. Dan liever de voortreffelijke Fournier (DG 449.711-2), Pergamentschikof (Hänssler 92120), Isselis (Hyperion CDA 67541/2) of Wispelwey (Channel Classics CCS 12298) en voor zijn bewonderaars Rostropovitch (EMI 555.363-2). Interessant vergelijkingsmateriaal te over. Fijn dat Viersen zich in zo’n prominent gezelschap staande (beter zittende) houdt met haar warm getimbreerde Joseph Guarnerius Filius Andrea instrument uit 1715 zo fraai is opgenomen in de Waalse kerk, Amsterdam.