CD Recensies

BRAHMS: KOORWERKEN

 

Brahms: Schicksalslied op. 54; Altrapsodie op. 53; Warum ist das Licht gegeben op. 74/1; Begräbnisgesang op. 13; Gesang der Parzen op. 89. Ann Hallenberg (ms), Collegium vocale Gent en Orchestre des Champs Elysées o.l.v. Philippe Herreweghe. Phi LPH 003 (56’48”). 2011

 

Inmiddels internationaal royaal bekend en gevierd lijkt Philippe Herreweghe als artistiek leider het heft zelf in handen te hebben genomen om de muziek die hij urgent vindt op een eigen cd label onder te brengen (er is ook een label Phi met popmuziek trouwens).

Als eerste opname verscheen Mahler I, als tweede de Motetten van Bach, hier komt Brahms aan bod en als volgende is de Missa Solemnis van Beethoven aangekondigd.

Binnen het totale oeuvre van Brahms neemt de vocale muziek een belangrijke, maar deels problematische plaats in. Weliswaar verzette de componist zich zijn leven lang tegen een van de belangrijkste negentiende eeuwse vormen, de opera, daarentegen zette hij de door Mendelssohn begonnen Bachrenaissance met romantische middelen in zijn koorwerken voort, maar hij droeg ook bij aan een zich in zijn tijd ontwikkelende belangstelling voor het volkslied. Daaruit volgt een merkwaardige spanning in de vocale muziek van Brahms die enerzijds antimodisch is, maar anderzijds een kind van zijn tijd is.

Het resultaat was dat Brahms bijvoorbeeld veel a capella koorwerken voor vrouwenstemmen, de Fest und Gedenksprüche en Gesänge schreef, muziek van zeer wisselende kwaliteit voor zangamateurs.

Op deze cd met een heel gemengd programma vertegenwoordigd door het motet voor gemengd koor a cappella ‘Warum ist das Licht gegeben’ en ‘Begräbnisgesang’ voor gemengd koor en blazers.

Bekender en substantiëler zijn vooral de Altrapsodie en in iets mindere mate het ‘Schicksalslied’ en ‘Gesang der Parzen’. Wat helaas ontbreekt, is ‘Nänie’ op. 82 dat er gezien een uitvoeringsduur van ongeveer dertien minuten nog best bij had gekund. Op muziek gezette lyriek van Hölderlin, Goethe en Weisse komt hier tot klinken.

De hoofdrol is hier weggelegd voor het soms gesegmentariseerde koor uit Gent. Het weert zich als de beste. Ann Hallenberg ontroert met haar warme stem en beheerste voordracht sterk in de Altrapsodie en de orkestbegeleidingen klinken mooi ingetogen.

In andere combinaties is er natuurlijk wel het nodige vergelijkingsmateriaal. Oudere luisteraars zullen wat de ‘Altrapsodie’ betreft terug denken aan Ferrier (Decca 433.477-2), Baker (Virgin 561.469-2) en Ludwig (EMI 567.029-2), jongere aan Lipovsek (DG 435.791-2), Van Nes (Decca 430.281-2) of Larsson (Chandos CHAN 10215), waarbij in acht te nemen is dat Abbado op de DG uitgave en Blomstedt op de Decca dito ook de grotere koorwerken met orkest, inclusief Nänie vastlegden.

Maar Herreweghe’s collectie is bijzonder, heel interessant van qua uitvoering van de bovenste plank, dus wie dit afwisselende programma aanstaat, heeft hier een waardevolle cd aan. De in Warschau gemaakte studio opname klinkt voortreffelijk.