Boccherini: Stabat Mater G. 532. Barbara Vignudelli (s) met het Kamerorkest Benedetto Marcello o.l.v. Flavio Emilio Scogna. Tactus TC 740208 (45’42”). 2005
Boccherini, de man van de piano- en strijkkwintetten, van de celloconcerten, schreef betrekkelijk weinig vocale muziek. Misschien was daar bij zijn Spaanse broodheren weinig behoefte aan.
Het Stabat Mater is een van zijn weinige werken in dit genre dat de tand des tijds doorstond. Het werk bestaat in twee versies: de oorspronkelijke uit 1781 met één sopraansoliste die meestal wordt uitgevoerd en de herziene uit 1800 waarin twee sopranen en een tenor zingen (te horen van King op Hyperion CDA 76108).
De sopraan in de eerste versie kan in haar eentje schitteren in een stel aria’s, met name in het midden met ‘Eja Mater fons amoris’, ‘Tui nati vulnerati’ en ‘Virgo virginum praeclara’ aan het slot met ‘Quando corps morietur’. Verder heeft deze muziek een Mozartiaanse puurheid.
Net als Cecilia Gasdia (Warner 2564-61689-2, 2 cd’s) en haast mooier dan Agnès Melon (Harmonia Mundi HMC 90.1378) zingt Barbara Vinudelli dit moois heel fijnzinnig met pure stem, bijna onthecht. De begeleiding is aangepast gevoelig. Hooguit had er meer muziek op deze cd gepast, net als bij die andere.