CD Recensies

BEETHOVEN: SYMFONIEËN NR.1-9, BRÜGGEN 2

 

Beethoven: Symfonieën nr. 1-9. Rebecca Nash (s), Wilke te Brummelstoete (ms), Marcel Beekman (t) en Michael Tews (b) met het Laurens Collegium, de Laurens Cantorij en het orkest van de Achttiende Eeuw o.l.v. Frans Brüggen. Glossa CCDSA 921116 (5 cd’s, 6u 01’46”). 2011

 

Hier is sprake van de sentimental journey van iemand die zich op kritische, maar welwillende afstand sinds de oprichting heeft beziggehouden met veel concerten en eigenlijk alle opnamen van het Orkest van de Achttiende Eeuw.

Het is alweer zo’n twintig jaar geleden dat Brüggens eerste, vrij opmerkelijke integrale uitvoering van de Beethovensymfonieën verscheen op Philips 442.156-2, ook op 5 cd’s met de solisten Lynne Dawson, Jard van Nes, Anthony Rolfe Johnson en Eike Wilm Schulte plus het Gulbenkian koor uit Lissabon.

Of de oude afspraak tussen Brüggen en het orkest nog geldt: “Als ik stop, wordt het orkest ontbonden.”? Dat moment lijkt wel erg nabij gekomen. Eigenlijk is het een wonder dat het sterk van subsidie afhankelijke orkest na al die tijd nog bestaat, maar Brüggen weet ondanks fysieke handicaps van geen ophouden en hoewel er in de orkestbezetting wel wat wijzigingen zijn opgetreden, valt het grote aantal oud gedienden opnieuw op. Bij de vorige opname waren alle leden gespecificeerd, maar ook nu weer wat een vergelijking makkelijk maakt. De strijkersbezetting is het meest consistent gebleven, bij de trombones ook, maar de fluiten en de hobo’s zijn echter helemaal nieuw, de klarinetten, fagotten, hoorns, trompetten  deels. De hoorbare verschillen zijn geringer dan bij het homogene solistenteam in de finale van nr. 9.

Zelfs de opnamekant bleef in handen van de mensen van Studio Van Schuppen die misschien iets meer moeite hadden met het temmen van de akoestiek van de Rotterdamse Doelen dan destijds met die van het oude Utrechtse Vredenburg en de Nijmeegse Vereniging. Alleen de eindmontage had zorvuldiger mogen zijn: het applaus had mogen worden weggelaten; nu gaat het soms abrupt over in de volgende symfonie.

Verwacht geen drastisch gewijzigde opvattingen. De totale uitvoeringsduur is slechts verwaarloosbaar gering. Van 5u 57’32” destijds naar 6u 01’46” nu bij deze door De Volkskrant blijkbaar exclusief in omloop gebrachte registratie van “De Beethoven Belevenis’ uit oktober 2011 in de Rotterdamse Doelen. Dat was het eindpunt van een ‘belevenis’ die eind 1999 al in San Sebastian begon en die tenslotte via Utrecht, Amsterdam, Tokio, Hong Kong, Warschau, Hamburg en Parijs in de Nederlandse havenstad zijn eindbestemming vond.

Hier zijn hoorbaar ervaringsdeskundigen actief. Deze muziek zit ze als gegoten en in een steeds minder door grote waarlijk filharmonische interpretaties beheerste wereld van Abbado (DG 477.5864) en Zinman (Arte Nova 74321-65410-2) of zelfs nog Karajan (DG 463.088-2) en de meesterlijke compromisoplossingen van Harnoncourt (Teldec 3984-28144-2) en Mackerras (Hyperion CDS 44301/5) is het fijn dat dit orkest nog een eigen, van historisch bewustzijn getuigend,  grondig overwogen, steeds warm en nooit agressief geluid vol menselijkheid en élan vital laat horen, ook in vergelijking met andere stijlbewuste ensembles onder dirigenten als Gardiner (Archiv 439.900-2), Norrington (Virgin 561.943-2).

Niet een eerste voorkeur misschien, maar wel een waardevolle cyclus om naast n’importe welke andere te koesteren.