CD Recensies

BUSONI: DOKTOR FAUST

Busoni: Doktor Faust K. 303. Dietrich Fischer-Dieskau (spr), Karl Christian Kohn (t), William Cochran (t), Anton de Ridder (t), Hildegard Hillebrecht (s) met koor en orkest van de Beierse omroep o.l.v. Ferdinand Leitner. DG 427.413-2 ( 3cd’s, 2u. 35’18”). 1969 

 

Busoni: Doktor Faust K. 303. Dietrich Fischer-Dieskau (spr), Dietrich Henschel (b), Markus Hollop (bs), Kim Begley (t), Eva Jenis (s) met het Ensemble van de Opéra Lyon o.l.v. Kent Nagano. Erato 3984-25501-2 (3 cd’s, 3u. 16’12”). 1998

 

Busoni begon aan het libretto van zijn Doktor Faust in 1914 en hij baseerde het niet op Goethe’s gedicht, maar op een oud Duits marionettenspel en Marlowe’s Doctor Faustus. Maar toen het werk klaar was, bleek het om een metafysisch drama te gaan dat afgezien van de handeling in de zestiende eeuw weinig meer gemeen heeft met Marlowes semi-farce.

Nadat Faust de hulp heeft ingeroepen van Mefisto om hem te helpen bij het vergaren van ‘rijkdom, macht en geld’ enzovoorts, gaat hij er vandoor met de onlangs getrouwde hertogin van Parma die hij weer verlaat wanneer ze zwanger wordt.

Later ontmoet hij de hertogin opnieuw; ze is dan berooid en draagt het lichaam van haar kind. Getroffen door deze aanblik offert Faust zijn eigen leven zodat het kind kan blijven leven. Wanneer Faust sterft nadat hij God en de duivel beide heeft uitgedaagd, komt een jongeman uit het lichaam van het kind tevoorschijn. 

De opera werd na de dood van Busoni voltooid door Philip Jarnach. Het gaat om een bijzonder, ook heel krachtig werk dat de complexiteit van de Faustlegende vollediger uitbeeldt dan welke andere opera op dit thema dan ook.

Hoewel het werk in strikt klassieke vorm is geschreven, is vooral de orkestratie weelderig en inventief. De zeer chromatische zangpartijen vullen de strenge structuren met een sensualiteit die we uit geen ander theaterwerk van Busoni kennen.

De teksten zijn lastig en het verdient aanbeveling om het werk een paar maal te ondergaan, maar dat loont zeer de moeite.

Twee cd opnamen vragen de aandacht. De oudste van Leitner is heel goed, maar helaas bevat deze briljante uitvoering coupures van in totaal 700 maten plus Antony Beaumonts nieuwe realisatie van de slotscène.

Daarom alleen al de opname van Nagano met zijn heel goede bezetting te verkiezen. In beide gevallen spreekt Fischer-Dieskau de teksten aan begin en eind die meestal bij opvoeringen worden weggelaten. Henschel is in de titelrol misschien niet al te inlevend, maar wel nadrukkelijk en helder. Als duivel vormt Kim Begley een mooi contrast in een haast Wagnetiaanse rol. De rest van de bezetting is puik. De opname laat het orkest wat te zwak doorkomen.