Berlioz: Ouvertures Les francs juges op. 3; Waverley op. 1; Le roi Lear op. 4; Le carnaval romain op. 9; Béatrice et Bénédict; Benvenuto Cellini op. 23. Staatskapel Dresden o.l.v. Colin Davis. RCA 09026-68790-2 (75’13”). 1997
Berlioz: Ouvertures Les francs juges op. 3; Waverley op. 1; Le roi Lear op. 4; Le carnaval romain op. 9; Béatrice et Bénédict; Benvenuto Cellini op. 23. Bergen filharmonisch orkest o.l.v. Andrew Davis. Chandos CHSA 5118 (72’47”). 2012
De acht ouvertures van Berlioz passen prachtig op één cd, zoals onder meer door Charles Dutoit (Decca 452.480-2, 478.1749), Sylvain Cambreling (Hännsler 93201), Yoav Talmi (Naxos 8.550999) en Alexander Gibson (Chandos CHAN 8316) werd aangetoond, soms met weglating van een of twee.
Ook Colin Davis, de Berliozvertolker bij uitnemendheid, slaat de ouverture Les Troyens over, maar wat hij verder laat horen benadert dicht het ideaal. Opvallend is dat het meest om jeugdwerken gaat met de voor deze componist zo geweldige orkestratie die hier extra schittert.
Niet alleen genereert hij in het meest extroverte gedeelte – de balscène uit Le carnaval romain – de nodige opwinding, hij doet dat ook precies goed gedoseerd. De muziek wordt daardoor interessanter, de spanningen worden dramatischer.
De beide moeilijkst uit te voeren ouvertures – Waverley en King Lear – zijn hoorbaar gebaat bij een tendens tot understatement.
De wat merkwaardige ouverture Benvenuto Cellini wordt met gepaste verve gespeeld. In Le carnaval romain valt het prachtige orkestspel op, met name de fraaie althobosolo. Spanning en expressie worden in de juiste verhoudingen opgewekt in Les francs-juges.
Zo ontstond een heel geslaagd geheel, dat interpretatief een vrijwel zelfde niveau heeft als bij Andrew Davis in zijn nieuwere uitgave, die meteen het voordeel heeft van een nog wat mooier klinkende opname en ook heel trefzekere, pakkende vertolkingen. Eigenlijk verdient de Chandos opname dus een lichte voorkeur.