CD Recensies

BRITTEN: MIDSUMMER NIGHT'S DREAM, A

Britten: A Midsummer night’s dream op. 64. Alfred Deller(ct), John-Shirley-Quirk (b), Helen Watts (a), Peter Pears (t), Heather Harper (s) met het Londens symfonie orkest o.l.v. Benjamin Britten. Decca 425.663-2 (2 cd’s, 2u. 23’54”). 1966

 

Deze in 1960 geschreven opera behoort tot de op het eerste gehoor aantrekkelijkste theaterwerken van Britten. Het libretto bestaat uit een drastisch bekorte versie van Shakespeare’s toneelstuk, maar bewaart de drie onderscheiden groepen uit dat werk: de elfen, de grove ambachtslieden en de Atheense geliefden die het bos in haan. Iedere groep krijgt zijn eigen muzikale karakteristiek. De oorspronkelijkste muziek is bewaard voor de elfen met etherisch klinkende strijkers, harpen, gestemd slagwerk en celesta.

Oberon, de elfenkoning, is een countertenor terwijl Tatiana, de elfenkoningin, een coloratuursopraan is; beiden hebben een stemkwaliteit die uit een andere wereld lijkt te komen.

De vaklui (of ‘rustics’ zoals Britten ze noemt) worden op nogal basale wijze vertolkt, begeleid door instrumenten als fagot en trombone.

De verklanking van Pyramus and Thisbe is een uitgelaten pastiche van de negentiende eeuwse grand opéra. Waarschijnlijk als toen actuele grap naar aanleiding van Zeffirelli’s productie van Donizetti’s Lucia di Lammermoor in Covent Garden. Peter Pears heeft de rol van Flute/Thisbe en imiteert Joan Sutherland die destijds de ster was in Zeffirelli’s show.

De Atheense liefdesparen komt op conventionelere manier tot leven. Een hoogtepunt vormt de verzoening tussen het viertal aan het begin van de derde acte in een prachtig kwartet.

Ondanks de krachtige concurrentie van Richard Hickox met een team bestaande uit James Bowman, Lillian Watson, Donald Maxwell, Dexter Fletcher, John Graham-Hall (Virgin 759.305-2) is en blijft de Decca opname uit 1966 superieur, misschien ook juist omdat de componist/dirigent veel aandacht schenkt aan de meer sinistere ondertonen van het werk.

Andere opnamen ter verdere vergelijking zijn er van Davis (Philips 454.122-2) en Volkov (Glyndebourne GFOCD 013-06).