Bacri: Concerto Amoroso ‘Le printemps’; Fluitconcert; Concerto nostalico ‘L’automne’; Nocturne voor cello en strijkorkest; Symfonie nr. 4 ‘Sturm und Drang’. François Leleux (h), Lisa Batiashvili (v), Sharon Bezaly (fl) en Riita Pesola met Tapiola Sinfonietta o.l.v. Jean-Jacques Kantorow.
BIS CD 1579 (58’54”). 2006
De Franse componist Nicolas Bacri (1961) behoort langzamerhand tot de veelschrijvers met onder meer intussen ruim dertig concertante werken op zijn naam. Daaronder een soort niet kort na elkaar ontstane reeks Vier Jaargetijden met een amoureuze lente, een lumineuze zomer, een nostalgische herfst en een sombere winter. In dit geval speelt niet de viool (of de bandoneon) de solistische hoofdrol, maar de hobo. Soms is ook is van een echt concertino (hobo, viool, cello) sprake. De begeleiding is voor strijkers.
Voor het fluitconcert verlangt de componist een betrekkelijk klein ensemble , maar wel met dubbel bezette houtblazers, twee hoorns, slagwerk en strijkorkest. Meestal is de vorm traditioneel driedelig, ook in de korte boogvormige Nocturne.
Het aantal symfonieën van Bacri nadert de tien. De Vierde draagt de ondertitel ‘Sturm und Drang’ en werd geschreven voor het Orchestre de Picardie van Louis Langrée waar Bacri ‘composer in residence’ was. Die organiseerde een concertreeks met ‘Sturm und Drang’ werken en Bacri bediende hem met een werk in die levendige stijl. In vier delen brengt hij tevens een eerbetoon aan successievelijk R. Strauss, Stravinsky, Schönberg en Weill, zonder rechtstreekse citaten te gebruiken. Feitelijk zijn bedoeld of onbedoeld eerder Ravel, Prokofiev en Walton te horen…. Hoe dan ook gaat het om een verkapte Symphonie classique zonder parodistische intenties of pastiche effecten.
Het is best een genoegen om via deze cd met Bacri kennis te maken. Hij componeert als een echte vakman in een makkelijk aansprekende, geanimeerde, melodieuze stijl en overdrijft geen moment.
De geslaagde uitvoeringen en de fraaie opname plaatsen dit alles in het best denkbare daglicht.