CD Recensies

BACH, J.S.: GOLDBERGVARIATIES E.A., DINNERSTEIN

Bach, J.S.: Goldbergvariaties BWV 988. Simone Dinnerstein. Telarc CD 80692 (78’02”). 2005

 

Bach, J.S.: Tweestemmige Inventionen nr. 1 in C BWV 772, 4 in d BWV 775 en 8 in F BWV 779; Pritsker: Reinventions nr. 1-5; Schnyder: ToopART reinventions nr. 1-8; Trapp: Headless snowman. Simone Dinnerstein met het Absolute ensemble o.l.v. Kristjan Järvi. Sony 88691-94168-2 (57’08”). 2011/2

 

Ondernemingslust en veelzijdigheid genoeg wat de Amerikaanse pianiste Simone Dinnerstein betreft. Hier betreft het haar eerste opname, het cd Bach debuut uit 2005 en haar vooreerst nieuwste opname uit 2012.

Want ga maar na wat daartussen ligt: 3 Cellosonates en de Variaties in G, F en Es van Beethoven met Zuill Bailey (Telarc CD 80740, 2 cd’s), Someting almost being said met Bachs Partita’s nr. 1 en 2 en 4 Impromptu’s van Schubert (Sony 88697-98943-2), De twee cellosonates e.a. van Mendelssohn (Classico CLASSCD 389), A strange beauty met Koraalvoorspelen en het Eerste pianoconcert van Bach plus het onontkoombare ‘Jesu, joy of man’s desiring’ (Sony 88697-81742-2), Night met songwriter/zangeres Tift Merritt (Sony 88691-97657-2) en The Berlin Concert met de Franse suite nr. 5 van Bach, de 12 Variaties over het Bachkoraal ‘Nimm von uns, du treuer Gott’ van Lasser en Beethovens Pianosonate nr. 32 (Telarc CD 80715). 

Het kan overmoed zijn, maar het is in elk geval lef om jezelf op cd voor het debuut meteen aan Bachs Goldbergvariaties te wagen. Dinnerstein brengt het erg goed, zelfs respectabel van af. Haar opvatting is serieus, haar pianotechnische wapenrusting is uitstekend, haar tempokeuze neigt enigszins naar uitersten van langzaam en snel maar is niet onaangenaam, de dynamische grenzen hadden wat ruimer mogen worden getrokken en opvallend is dat ze sommige herhalingen volledig en gelukkig gevarieerd speelt, andere deels en sommige niet: een nogal arbitraire keuze. Een hoogtepunt is de met duidelijke overgave vertolkte nr. 29.

Briljante momenten staan tegenover wat nogal vreugdeloze scenes. Het minst overtuigend klinken de nogal tamme variaties 13, 19 en 25 plus de langzaam genomen deeltjes, zoals variatie 30.

Aan toewijding en stijlbesef geen gebrek, het had hooguit soms wat minder serieus gemogen. Maar ja, het is ook geen schande wanneer je niet tegen Glenn Gould (Sony  SK 93070) en Murray Perahia (Sony SK 89243) of Schiff (ECM 472.185-2).

De tweede, unieke cd is een heel ander verhaal, maar wel met Bach als trait d’union. Hier gaat het om een geslaagde poging van cross-over muziek. Na vele mislukte pogingen door anderen van Montserrat Caballé tot Freddy Mercury krijgen we hier te maken met een wat diffuse fusie tussen klassiek, jazz, rock, big-band en rock.

Dinnerstein begint telkens keurig barok met een Invention van Bach die vervolgens wordt gebruikt als lanceerplatform voor een drietal ‘nieuwe uitvindingen’ van andere componisten.

Bijzonder is hierbij de rol van het in 1972 door Järvi en Gene Pritsker Absolute Ensemble dat bestaat uit een stel ‘autodidactische en intuïtieve’ musici naast gevorderde conservatorium studenten uit New York samengesteld orkest, dat eerder een opname met eveneens cross-over muziek onder de titel Arabian Nights uitbracht.

Pritsker (1971) draagt een vijfdelig pianoconcert Reinventions bij waarin we successievelijk passeren langs rock-, barok-, Indiaanse- en Afrikaanse ritmen, maar onderweg ook te maken krijgen met hip-hop, jazz improvisatie en grappige citaten van Bach. Min of meer in navolging van Gershwins Rhapsody in blue die eenzelfde streven had in de jaren twintig vorige eeuw. Maar Pritsker is geestiger, veelzijdiger en passend cool.

De bijdrage van Daniel Schnyder (1961 toopART Reinventions is in die zin barokker dat het gaat om een concerto grosso met twee keyboards en een saxofoon als concertino tegenover een kamerorkest. Het resultaat: een geestig soort big-band Bach met 15% geïmproviseerde en 85% uitgeschreven muziek met een Oosterse inslag. Knap hoe goed hier individueel en als groep wordt gepresteerd en alles naadloos in elkaar overgaat.

Tot besluit is daar de nog geen vijf minuten durende Headless snowman van Tom Trapp (1980) op basis van Bachs Invention nr. 8 in F als geestig slot. Het aandeel van Dinnerstein is hier beperkte tot de mooi gespeelde Bachsoli.