Brahms: Vioolconcert in D op. 77; Hongaarse dansen nrs. 1, 2, 6 en 11; Bartók: Rapsodieën nr.1 en 2. Leonidas Kavakos met het Gewandhausorkest Leipzig o.l.v. Riccardo Chailly c.q. Péter Nagy (p). Decca 478.53428 (74’16”). 2013

Dit is de tweede opname die Kavakos voor Decca maakt na de set Vioolsonates van Beethoven met Enrico Pace (Decca 478.3523, 3 cd ‘s) en het is wel zeker dat hij nu ook het Dubbelconcert met Chailly – die bezig lijkt aan een complete Brahmscyclus, waarin de Pianoconcerten al met Nelson Freire verschenen op Decca 475.7637).

Met hun vertolking van het Brahmsconcert scharen solist en dirigent zich onder de grootsten: Perlman (EMI 562.598-2), Bell (Decca 475.6703) en Fischer (Pentatone PTC 5186-066) bijvoorbeeld.

De Griekse violist die al zo vaak ‘live’ en op cd in verrassend mooie interpretaties te horen was, beschikt vanzelfsprekend over alle techniek die voor iedere stemming uit dit concert noodzakelijk is: verhevenheid, gedragenheid, vurigheid en het is het realiseren van al die expressies die hem steeds weer onderscheidt. Geen wonder dat hij de cadens van Joachim speelt.

Zoals tegenwoordig veel vaker, ook bij DG, wordt het orkestgedeelte niet zoals voor de hand had gelegen en zoals bij Fischer ook gebeurde, aangevuld met het viool/celloconcert maar met stukken voor viool en piano, waarin de dans – nogal gesublimeerd in Brahms’ Hongaarse dansen, vooral ritmisch zwieriger door Bartók in zijn beide Rapsodieën – een prominente rol speelt. Hier toont Péter Nagy zich een heel sympathieke, raak volgende begeleider.