CD Recensies

BARTÓK: SONATE VOOR 2 PIANO'S EN SLAGWERK

Bartók: Sonate voor 2 piano’s en slagwerk op.19 Sz. 110, BB. 115; Brahms: Haydnvariaties op. 56b. Murray Perahia, Georg Solti, David Corkhill, Evelyn Glennie. CBS MK 42625, Sony 82876-78750-2 (46’07”), Digital Classics DC 10043 (dvd). 1987

Bartók: Sonate voor 2 piano’s en slagwerk op. 19 Sz. 110, BB 115; De wonderbaarlijke mandarijn Sz. 73, BB. 82; Divertimento. Géza Frid en Luctor Ponse met leden uit het Londens symfonie orkest o.l.v. Antal Dorati. Mercury 434.362-2 (76’56’). 1960

Ongeveer een jaar nadat hij de Muziek voor snaarinstrumenten, slagwerk en celesta had geschreven, ontving Bartók een opdracht van een andere groep musici uit Bazel om de Sonate voor 2 piano’s en slagwerk te schrijven. Net als dat eerdere werk werd het vooral een oefening om de bijzondere percussieve eigenschappen van de concertvleugel te onderzoeken. Een fascinatie die trouwens al is terug te voeren tot het middendeel uit Pianoconcert nr. 2 (1926). 

Opnieuw is de situatie van beide piano’s aan de zijkant van het podium ten opzichte van het slagwerk – 3 pauken, grote trom, bekkens, triangel, 2 kleine trommen, gong, xylofoon -een bevoorrechte. Het werk wordt ook opnieuw gekenmerkt door een ietwat geheimzinnige sfeer die vooral tot uiting komt in de wat broeierige opbouw van het eerste deel en de haast enge sfeer van het tweede. Er schuilt bijna iets antropomorfisch in de behandeling van de diverse stemmen in dit deel.

De componist schreef dan wel niet meer voor het theater, zijn gevoel voor drama heeft hem nooit in de steek gelaten. Het laatste deel is een dolle stoeipartij met een opvallende rol voor de xylofoon die vooruit lijkt te lopen op Shostakovitch in een van zijn uitbundigste stemmingen.

Uiteraard bestaat een groot aantal opnamen van het werk en het was vooral Martha Argerich die zich daarbij telkens weer

positief onderscheidde: met Kovacevich (Philips 416.882-2, 446.557-2, 478.2467) met Freire (DG  477.9523, 3 cd’s), later nog eens met Kovacevich (EMI 070.836-2). Historisch belangrijk is natuurlijk de opname van de componist en zijn vrouw Ditta Pasztory (Pearl GEM 0179), interessant die van de zusjes Labèque (EMI 747.446-2) en Heisser/Pludermacher (Warner 0927-49569-2). Maar blijf rustig bij Perahia en Solti die ook op dvd te bewonderen zijn. Een bijzondere, zeer gewaardeerde plaats neemt nog steeds de opname van Géza Frid en Luctor Ponse in; dit tweetal mag dan niet tot de bekendste en meest gerenommeerde vertolkers behoren, maar ze zijn zeer het aanhoren waard.