CD Recensies

BIBER: VESPERAE DELLA BEATA VERGINE

Biber: Vespro della beata vergine. Monika Mauch (s), Wolf Matthias Friedrich (ns) met La Capella ducate en Musica Fiata o.l.v. Roland Wilson. Sony 82876-70932-2 (78’04”). 2004

Biber: Vespro della beata vergine; Kerll: Missa in fletu solatium obsidionis Viennensis. Cantus Cölln en Xoncerto Palatino o.l.v. Konrad Junghänel. Accent ACC 24286 (73’27”). 2013

Wie de term Vespro della beata vergine hoort, denkt natuurlijk in de eerste plaats aan de meesterlijke, bekende compositie van Monteverdi uit 1610. Minder bekend is dat Biber in 1693 een uitgebreide reeks voor de vesperdienst bestemde psalmen publiceerde onder de titel Vesperae longiores ac breviores

Wilson maakte daaruit een eigen keuze en begint met Dixit Dominus met daartussen o.m. het Lauda Jersusalem en de Sonate a 6 en eindigt met Magnificat, eerdere werken uit rond 1670. Dat impliceert de inzet van een sopraan, een bas en een soloviool. Wilson leidt het geheel met rustige hand en is geen moment demonstratief. De geest van de muziek komt daardoor mooi tot zijn recht. Gelukkig zorgt de opname voor een goede balans tussen solisten, koor en de ripieno instrumenten.

Junghänel koos daarentegen uit de zesdelige cyclus Psalmi de B.M. Virgine en lardeerde deze naar het gebruik uit die tijd met korte sonates en solomotetten  die in de plaats komen van inleidende antifonen en met gedeelten uit de Mis van Kerll.

De Missa in fletu solatium van Kerll moet zijn geschreven naar aanleiding van de feestelijkheden die plaats vonden na de overwinning bij de Schlacht am Kahlen Berge bij Wenen in 1683 waarmee de Turkse bedreiging ten einde kwam. Kerll was persoonlijk getroffen door het Ottomaanse beleg van de stad, waarin niet alleen zijn orkest was gedecimeerd maar ook zijn eerste vrouw bij een epidemie stierf.

Die ervaringen klinken door in deze mis die meer door somberheid de vrees, zorgen en narigheid dan door vreugde over de bevrijding wordt gekenmerkt.

Net zoals eerder lukt het Junghänel en zijn goed ingespeelde ensembles ook hier weer om onbekende barokwerken op heel stijlbewuste en vitaliserende manier tot nieuw leven te wekken.