CD Recensies

BACH, J.S.: BRANDENBURGSE CONCERTEN NR. 1-6, BUTT

Bach, J.S.: Brandenburgse concerten nr. 1-6 BWV 1046-1051. Dunedin consort o.l.v. John Butt. Linn CKD 430 (2 cd’s, 1u. 33’28”). 2012

Rond de dirigent/klavecinist John Butt horen we als solisten Cecilia Bernardini (v en v picc.), Jane Rogers en Alfonso Leal (va), Jonathan Manson (vc), Pamela Thorby en Kate Latham (blokfl.), Katy Bircher (fl), Alexandra Bellamy (h) en David Blackadder (tr) als solisten bij het in zijn geheel uit nog dertien andere musici bestaande ensemble van het Dunedin Consort dat eerder verraste met opnamen van Bachs Johannes- en Matthäus Passion plus Händels Messiah en Esther in vrijwel minimale bezetting. Allen tegelijk samen worden ze hier natuurlijk niet ingezet. In het begeleidende ensemble treffen we bijvoorbeeld  twee violisten, twee cellisten/gambisten, een violinespeler, 2 hoboïsten, een extra altblokfluitiste, een fagottist en 2 hoornisten aan. 

Na Hogwood en Egarr, ook minimalisten, maar met een nog consequenter doorvoering van de authenticiteisprincipes door toepassing van de lage ongelijkzwevende Werckmeiser 3 stemming en de lage kamertoon van A = 392, een volle toon lager dan wat we gewend zijn. In nr. 6 spelen de beide donkere altviolen, gamba's en violone de belangrijkste rol. Dit geeft het minst gespeelde concert uit de reeks aan bijzonder karakter bij wijze van expressieve studie in de melodielijnen en articulatie. In het algemeen worden de solorollen mooi, maar zonder sterallures vervuld: de hoornsignalen, drukke hobo’s en fagot in nr. 1, het ongebruikelijke kwartet van trompet, blokfluit, hobo en viool in nr. 2, de blokfluiten en de viool in nr. 4 en vanzelfsprekend het echt virtuoze klavecimbel in nr. 5. In nr. 1 is goed de extra boventoonrijkdom van de violino piccolo te horen.

Gebruik van vibrato alleen in versieringen, fraaie dialogen, goede articulatie, mooie melodievorming en dat alles op een intieme schaal. Het is heel bijzonder en een der boeiendste opnamen van deze werken ooit. Vadaar dat deze eindigt in een gezelschap van o.m. Pinnock (Avie AV 2119), Allessandrini (Naïve OP 30412), Egarr (Harmonia Mundi HMU 80.7461) en - iets grootschaliger - Abbado (DG 477.8908) in het topje van de brede, hoge pyramide met opnamen. Zie voor een verdere evaluatie de in februari 2013 gepubliceerde Vergelijkende Discografie over deze concerten.