Barber: Knoxville: Summer of 1915; Essays nr. 2 op. 17 en 3 op. 47; Toccata festiva voor orgel en orkest op. 36. Karina Gauvin (s) en Thomas Trotter (org) met het Schots Nationaal orkest o.l.v. Marin Alsop. Naxos 8.559134 (56’52”). 2002
Bij Barber riep de zomeravond uit James Agee’s bitterzoete mémoire Knoxville: Summer of 1915 herinneringen op aan zijn eigen jeugd. “Agee’s gedicht is levendig en heel ontroerend” noteerde hij., “en mijn muzikale reactie in de zomer van 1947 was heel direct en intens. Volgens mij heb ik destijds Knoxville in een paar dagen gecomponeerd”.
Barber omschreef het werk later als een ‘lyrische rapsodie’ en de muziek heeft ook het uitgesproken karakter van een diep verzonken, nostalgische en soms haast geïmproviseerde overpeinzing. Maar wel eentje wars van sentimentaliteit. Er wordt gezongen over volwassenen die op hun veranda ‘rustig schommelend en pratend’ zitten. Aanvankelijk lijkt het om een kinderlijke bespiegeling te gaan, maar geleidelijk blijkt dat het om een volwassene gaat die op zijn jeugd terugblikt.
Aan het slot schrijft Agee bijvoorbeeld: “Wie zal ooit vertellen over de pijn van het leven op deze wereld, liggend op dekens in het gras op een zomeravond?” Barber onderstreept dat met een melodieuze muziek die gloeit van de oplopende melancholiek.
Karina Gauvin beschikt met haar mooie sopraanstem precies de juiste kwaliteiten. Ze verfijnt de rijke alliteratie van Agee’s tekst in dezelfde mate als de zangerige zoetheid van Barbers melodiek en dirigente Alsop volgt Barbers aanwijzingen nauwgezet.
Verwezen kan nog worden naar de aan dit werk gewijde Vergelijkende Discografie.
Alsop maakt ook wat fraais van de beide Essays, houdt vrij strakke tempi aan en zorgt voor een stimulerende muziekstroom. Thomas Trotter speelt de orgelpartij in de Toccata festiva briljant, maar de in Paisley Abbey gemaakte opname doet dat niet geheel recht. Niettemin is dit een heel wezenlijke bijdrage aan de Barber discografie.