Bruckner: Symfonie nr. 2 in c (originele versie 1872). Iers Nationaal orkest o.l.v. Georg Tintner. Naxos 8.554006 (71’17”). 1996
Het leuke is dat de Oostenrijkse veteranen dirigent Tintner met een onvermoed orkest hier een vrijwel mooiere uitvoering aflevert dan de oude getrouwen Karajan, Haitink, Chailly, Jochum en Wand.
Om te beginnen koos hij voor de originele versie en verandert hij het tweede en derde deel in volgorde. De doorwerking uit de finale klinkt ook in verlengde vorm
Hij neemt ook keurig de herhaling in het scherzo in acht. Maar nog belangrijker is hoe hij zowel dat langzame deel als de finale totaal en heel geconcentreerd uitdiept. Aan het einde van het coda van het adagio horen we een fraaie hoornsolo (die in 1876 door een klarinetsolo werd vervangen door Herbeck) die een stuk mooier is dan de verandering later. Trouwens het koper van het Ierse orkest weert zich over het geheel dapper en de strijkers spelen boven verwachting verfijnd. Dit is oude school Bruckner zoals men die haast niet beter kan wensen.