CD Recensies

BRAHMS: PIANOWERKEN (COMPLEET), KATCHEN E.A.

Brahms: Pianosonates nr. 1 in c op. 1, nr. 2 in fis op. op. 2, nr. 3 in f op. 5; Paganinivariaties nr. 1-28 op. 35; Variaties en fuga op een thema van Handel nr. 1-25 op. 24; Ballades nr. 1-4 op. 10; Schumannvariaties op. 9; Variaties op een oorspronkelijk thema op. 21/1; Variaties over een Hongaars lied op. 21/2; Walsen nr. 1-16 op. 39; Rapsodieën op. 79 nr. 1 en 2; Scherzo in es op. op. 4. Pianostukken op. 76 nr. 1-8, op. 116 nr.1-7, op. 117 nr. 1-3, op. 118 nr. 1-6  en op.  119 nr. 1-4; Hongaarse dansen nr. 1-10. Julius Katchen (en Jean-Pierre Marty). Decca 430.053-2, 455.247-2 (6 cd’s, 6u. 27’47”). 1962/5 

 

Brahms was een formidabele pianist die in de loop van zijn leven heel wat pianowerken schreef. Want alleen op de piano voelde hij zich op zijn gemak en thuis, zoals hij ooit aan Clara Schumann opbiechtte. 

Hoewel er in de vroege werken sprake is van meer virtuoos vertoon en in de latere meer van dichtere akkoordconstructies, is in Brahms’ pianowerk van een veel minder grote stilistische ontwikkeling sprake dan bij bijvoorbeeld Beethoven wiens leven veel beter te volgen is aan de hand van zijn pianomuziek.

Aan mooie, pakkende melodieën is geen gebrek bij Brahms, maar minstens zo opvallend is de haast orkestrale structuur daarvan. Een kwaliteit die hem met Schumann verbindt. Brahms dacht met al zijn tien vingers en de muziek krijgt daardoor soms een nogal zwaar soortelijk gewicht. Maar bij vertolkingen die gevoelig met het timbre omspringen, blijken de pianowerken van Brahms meesterstukken van een ingedampt, bijna vuurvast karakter.

Net als bij Schumann horen we de drie sonates eigenlijk te weinig; de kortere stukken daarentegen – de Ballades, de beide Rapsodieën en de late Pianostukken – zijn de werken waarop Brahms’ in de huidige muziekpraktijk vrijwel uitsluitend rust. 

Sinds medio jaren zestig vorige eeuw vormt de vrijwel integrale opname van Katchen een ideaal uitgangspunt voor een grondige nadere verkenning van dit materiaal. Hij speelt op een redelijk warm klinkende vleugel en is een meester in het effectief realiseren van een zeker effectief understatement; hij vermijdt iedere tendens tot nodeloze zwaarwichtigheid maar zorgt voor verfijning en esprit. Een selectie uit dit materiaal is verschenen op Decca 452.338-2 (2 cd’s).

Echt helemaal compleet zijn Brahms’ pianowerken hier niet, maar wat ontbreekt is verwaarloosbaar, want goeddeels bewerkt: de arrangementen van een canon uit 1864, een gavotte (uit Glucks Iphigénie en Aulide) 1868 en twee meer uit 1855, 2 gigues uit 1854, een Kleines Klavierstück uit 1860, Ländler van Schubert, 4 Studies, 2 Sarabandes uit 1855, een étude over Schuberts Impromptu in Es uit 1855. Werken die Idil Biret wel in haar uit de jaren ’60 daterende integrale opname op Naxos meenam. 

Wie terugschrikt voor Katchens geheel, heeft misschien baat bij individuele opnamen, zoals daar zijn:

Pianosonates nr. 1 en 2. Sviatoslav Richter. Philips 438.477-2.

Pianosonate nr. 3. Radu Lupu. Decca  448.129-2

Pianosonate nr. 3; 16 Walsen. Antti Siirala. Ondine ODE 1044-2.

De 4 Ballades. Emil Gilels, DG 447.407-2 (met Pianokwartet nr. 1).

Händelvariaties. András Schiff. Warner 2564-61762-2

Pianostukken op. 116. Emil Gilels, DG 447.446-2 (met beide Pianoconcerten).

De 2 Rapsodieën. Martha Argerich, DG 447.430-2 (recitalprogramma).

Pianostukken op. 116; 2 Rapsodieën; Händelvariaties. Emanuel Ax. Sony SK 48046.

Pianostukken op. 116. Imogen Cooper. Ottavo OTRC 39027.

De 2 Rapsodieën; Pianostukken op. 117/9. Radu Lupu. Decca 430.053-2.