Mozart: Vierstemmige fuga’s nr. 1-5 KV 405; Adagio en fuga in c KV 546; Beethoven: Strijkkwartet nr.13 in Bes op. 130; Grote fuga in Bes op. 133. Hagen kwartet. DG 471.580-2 (63’30”). 2001
Beethoven: Strijkkwartetten nr. 1 in F op. 18/1 en 7 in F op. 59/1. Hagen kwartet. DG 474.234-2 (66’10”). 2003
Beethoven: Strijkkwartetten nr. 4 in c op. 18/4 en 14 in cis op 131. Hagen kwartet. DG 459.611-2 (60’40”). 1996
Beethoven: Strijkkwartetten nr. 12 in Es op. 127 en 15 in a op. 132. Hagen kwartet. DG 477.5705 (75’09”). 2004
De aan Mozarts Adagio en fuga gewijde Vergelijkende Discografie bracht onverwacht aan het licht dat DG geen volledige opnamen van de Beethovenkwartetten van het Hagen kwartet in de catalogus heeft. Geen wonder misschien wanneer daar al de opnamen van het Amadeus kwartet (DG 463.143-2) en het Emerson kwartet (DG 447.075-2) prijken, maar toch. Belemmerend was mogelijk ook dat het Hagen kwartet al een reeks kwartetten op Myrios vastlegde.
Waarom is het jammer dat er geen volledige cyclus is van dit ensemble? Omdat net als het Juilliard- en Emerson kwartet het Hagen kwartet de goede gewoonte heeft om standaard repertoire met frisse ideeën over frasering, dynamiek en tempi te benaderen. Veel zorg wordt aan details besteed en ook aan virtuositeit ontbreekt het niet.
Dat is hier in het geleverde materiaal aan de hand. We krijgen als luisteraar weer het gevoel van een ontdekkingsreis en we beleven tegelijk het genoegen dat de vertolkers aan de muziek beleven.
Het is goed gevonden om de bewerkingen die Mozart maakte van een aantal fuga’s van Bach en diens Adagio en fuga op een van de cd’s samen met Beethovens Grote fuga te horen. Dit laatste werk was bedoeld als finale van op. 133, maar dat geweldige sluitstuk bleek te veel abstractie te zijn voor het eerste publiek, dus schreef Beethoven een nieuwe finale en kreeg die fuga een zelfstandige status.