Biber: Fidicinium sacro-profanum, sonates nr. 1-12. Ars Antiqua Austria o.l.v. Gunar Letzbor. Challenge CC 72575 (46’56”). 2013
Biberliefhebbers kenden deze werken mogelijk al via de opnamen van het Clemencic Consort (Accord 200.292) of het uitgebreide Purcell kwartet (Chandos CHAN 0605) en Plantiers Plaisirs de Parnasse (Zig Zag Territoires ZZT 080701). Maar vermoedelijk geen ensemble deed meer ervaring op met deze werken uit 1682 die het jaar daarop in Neurenberg werden gepubliceerd dan dit Oostenrijkse.
De eerste sonates zijn voor een vijfstemming strijkersensemble met 2 violen, 2 altviolen, violone en basso continuo bestaande uit aartsluit en klavecimbel, de latere vierstemmig maar met meer armslag voor de individuele partijen.
Zoals meestal bij Biber gaat het om heel inventieve composities die tussen de drie en acht onderling verbonden deeltjes bevatten en een grote afwisseling in zowel melodisch als in ritmisch opzicht bieden. Grofweg kunnen we spreken van voorlopers van het concerto grosso.
Ze worden hier uitgaande van het facsimile van de oorspronkelijke publicatie heel fris en zelfverzekerd uitgevoerd door een grondig, langdurig voorbereid ensemble. Het resultaat is dat de muziek helder, contrastrijk en in de snelle delen zwierig klinkt. Fantasierijk dus, waarschijnlijk geen wonder na zich zo lang en grondig in deze stukken te hebben verdiept. Daarmee lijken die eerdere opnamen te zijn overtroffen.