Beethoven: Die Geschöpfe des Prometheus op. 43. Armonia Atena o.l.v. George Petrou. Decca 478.6755 (64’51”). 2013

Nadat hij min of meer onopgemerkt fraaie volledige opnamen had gemaakt van Händels Arianna in Creta (MDG 609.1375-2), Oreste (MDG 609.1273-2) en Tamerlano (MDG 609.1457-2), Giulio Cesare in Egitto (MDG 609.1604-2),  Alessando Severo (MDG 609.1674-2) en werken van Hasse, Mayr, en Gluck, maakt de Griekse dirigent George Petrou die veel in Duitsland werkt(e) nu zijn debuut op Decca en brengt zo het vuur van Prometheus terug naar zijn vaderland.

Zijn op ‘oude instrumenten’ spelende ensemble Armonia Atena is gerecruteerd uit het in 1991 opgerichte Camerata Atena.

In zijn poging om het verhaal van Prometheus aanvaardbaar te maken voor het Weense publiek dat vooral verlangde naar divertissement stuitte Beethoven op hetzelfde probleem dat Tchaikovsky jaren later kreeg met Russische balletomanen die zijn muziek te serieus vonden.

Petrou vaart hier een knappe tussenkoers; zijn historische instrumentarium klinkt soms lichtelijk rauw en het koper kan een dreigende indruk maken, maar er zijn ook lieflijke soli van cello en harp. Als geheel beschouwd is sprake van een  zeer verzorgde, geëngageerde, levendige uitvoering.

Wie even kijkt naar de verse Vergelijkende Discografie die aan dit werk is gewijd, zal zien dat momenteel deze nieuwe uitgave als de beste kan gelden, met ook heel goede aantekeningen voor Mackerras (Hyperion CDA 77748), Halász (Naxos 8.553404) en Harnoncourt (Teldec 4509-90876-2).