Bruckner: Symfonie nr. 9 in d. Luzern Festival orkest o.l.v. Claudio Abbado. DG 479.3441 (63’05”). 2013
Bruckner bedoelde zijn laatste symfonie als samenvatting van zijn levenswerk, culminerend in een orkestrale psalm ter ere van ‘onze Lieve Heer’ die hem door zware beproevingen had geloodst.
Na zijn dood werd de finale helaas slechts in fragmenten teruggevonden terwijl juist de cruciale laatste bladzijden ontbraken (vermoedelijk waren ze gestolen). Gelukkig vormen de drie voltooide delen een passend, ontroerend testament.
Er zijn geen uitbundige halleluja’s als tegenwicht voor de gekwelde zoektocht in het eerste en derde deel of voor de haast demonische razernij van het scherzo. In de climax van het slot adagio klinkt Bruckner op zijn wanhopigst. Maar het einde van deze terugblik op thema’s uit Bruckners belangrijkste werken vormt een ontroerend afscheid.
Deze gedachten dringen zich op bij het luisteren naar wat Abbado’s laatste opname is. Zonder enige opsmuk, heel direct en diep overtuigt hij nog eens. Na de kalmerende schoonheid van het slot kan men in meerderlei opzicht zelfs denken dat het maar goed is dat alleen een fragment van het einde resteert.
Abbado en ‘zijn’ zorgvuldig uit bevoorrechte musici geselecteerde orkest volgen hem keurig en haast liefdevol in een tot het wezenlijke teruggebrachte, dus volkomen onopgesmukte vertolking waarin een onderhuidse spanning het verloop lijkt voort te stuwen, zelfs wanneer de structuur (in het eerste deel) hiaten lijkt te bezitten. De reikwijdte van stemming en typering is immens, van de ongeveer zinsbegoochelende sensualiteit van het centrale trio uit het scherzo tot het ijle koraal uit het adagio. En alles wordt omvat door één grootse, rake visie. Ook de dirigent had zich – toeval of lot - haast geen waardiger testament kunnen wensen. Zei hij niet ooit: “Zonder muziek zou de wereld een verschrikkelijke plek zijn”? Was het toeval dat ook de onvoltooide achtste symfonie van Schubert op datzelfde programma stond? Hopelijk brengt DG die ook nog uit.
In 1996 maakte Abbado in Wenen al een zaalopname van dit werk (DG 471.032-2). Goed als die was, deze is veel treffender, ontroerender. Wie dan al vergelijkingen wil maken, kan daarvoor het beste Wand/NDR (RCA 74321-84590-2), Wand/Berlijn (RCA 74321-63244-2), Harnoncourt (RCA 82876-54332-2), Giulini (DG 427.345-2) en Karajan (DG 469.265-2) selecteren.
Op de achterkant van de cd staan twee korte, kernachtige perscitaten van na de uitvoering: “ een grootse….. overweldigende uitvoering” en “bovenaards…. Magistraal en ontroerend”. Zelfs een tijd na die ‘live’ ervaring gelden zulke omschrijvingen nog net zo voor deze waardevolle conserve.