Bach, J.S.: Markus Passion BWV 247 (reconstructie Simon Heighes). Achim Kleinlei, Albrecht Pöhl. Veronika Winter, Anne Bierwirth, Michael Jäckel met het Hannover jongenskoor en de Hofkapel Hannover o.l.v. Jörg Breiding. Rondeau ROP 7015/6 (2 cd’s, 1u. 43’20”). 2013
Bach, J.S.: Markus Passion BWV 247. Christoph Prégardien, Sibylla Rubens, Bernhard Landauer, Paul Agnew, Peter Kooy met het Sacramentskoor Breda en het Amsterdans Barokorkest en –koor o.l.v. Ton Koopman (reconstructie Ton Koopman). Erato 8573-80221-2 (2 cd’s, 1u. 57’49”). 2000
Bach, J.S.: Markus Passion BWV 247. Christoph Prégardien, Peter Kooy, Deborah York, Paul Agnew, Klaus Mertens met het Amsterdams Barok orkest en –koor o.l.v. Ton Koopman. Challenge CCDVD 72141 (dvd). 2000
Uitgaande van Bachs necrologie schreef hij vijf passiemuzieken. Allen de Johannes en de Mattheus overleefden. Verder is alleen iets bekend over de Markus passie, die in 1731 tot uitvoering kwam.
Alleen de tekst van Picander bleef over en het leek duidelijk dat Bach voor dit werk teruggreep op materiaal uit eerdere werken. Een deel daarvan blijkt te stammen uit de cantates nr. 198 Trauer Ode, nr. 54 Widerstehe doch die Sünde en 244a Klagt, Kinder, Klagt die werd geschreven voor de begrafenis van prins Leopold in Cöthen.
Met andere woorden: De Markus passie is vooral een ‘parodie’ van heel wat te traceren, schijnbaar onherkenbare muziek. Voor een volledige reconstructie moesten de recitatieven, kortom het verhalende element, en de turbae koren worden aangevuld. Daarvoor werd graag terug gegrepen op materiaal uit Reinhard Keisers Markus Passie. Van een echt volledige, correcte reconstructie zal wel nooit sprake worden.
Voor dergelijke reconstructies zorgden behalve de hierboven genoemden Diethard Hellmann, Gustav Theil Andor Gomme, Rudolf Kelber en Alexander Grychtolik. Volker Bräutigam ging anders te werk, hij bracht eigen hedendaags idioom mee.
Met zijn reconstructie had Ton Koopman een minder goede hand waar het de recitatieven betreft, maar muzikaal bezien zorgt hij zoals te verwachten voor een heel levendige, stijlvolle uitvoering. De dvd opname met een iets gewijzigde bezetting werd 30 maart 2000 in de Chiesa di San Simpliciano in Milaan gemaakt.
De nieuwere opname van Jörg Breiding die gebruik maakt van de Heighes reconstructie heeft een beter uitgabgspunt en is muzikaal in menig opzicht ook erg goed. Alleen zijn met louter jongens- en mannenstemmen bezette koor klinkt wat eenkleurig e staat niet erg ver boven de vocaaltechnische ideale realisatie; de galmrijke opname camoufleert dat enigszins, maar is verder een handicap.
Andere, onbekende cd opnamen zijn er o.m. van David Timm (Raumklang RK 2307), Joszef Bok (Bongiovanni GB 2024/5-2), Peter Schreier (Philips 456.424-2), Roy Goodman (Brilliant Classics 99369/70, Musica Oscura 70970), Hans Gebhard (Eres 24), Geoffrey Webber (ASV CD GAX 237). Of zich daar een betere onder bevindt?