Bach, J.S.: Vioolsonates nr. 6 in G BWV 1019, 2 in A BWV 1015, 4 in c BWV 1017 en alternatief van nr. 6 in G BWV 1019a. Apollo Ensemble. Centaur CRC 3372 (67’12”). 2013
Het Apollo Ensemble waarvan gewoonlijk ook fagottist Thomas Oltheten deel uitmaakt ontfermt zich op weg naar wat een volledige opname van Bachs zes vioolsonates moet worden meteen over het alternatief van nr. 6 die twee wijzigingen onderging voordat de definitieve vijfdelige vormt werd bereikt. Het werk bevatte in die vorm tweedelen voor klavecimbelsolo die later hun weg vonden in de Partita in e BWV 830. Die twee alternatieve delen zijn een cantabile, ma un poco adagio en een adagio. De sonate werd daardoor in deze opname bekort van 17’50” tot 17’06”. Interessant vergelijkingsmateriaal zeker.
Het heeft niet aan fraaie opnamen van deze werken ontbroken en het prettig te kunnen melden dat deze tot de betere behoort. Violist David Rabinovich en klaveciniste Marion Boshuizen die een modern Cornelis Bom instrument naar Mietke bespeelt, vormen een hecht ensemble van vrij instinctief spelende barokmusici. Ze tonen een onbeperkte technische beheersing en een passend stijlbesef in redelijk robuuste vertolkingen waarmee de strijd met de materie al half is gewonnen. Maar de voordracht is ook op persoonlijke manier gedistingeerd en flexibel al blijft op dichterlijke momenten de expressie wat stug. Vooral de lichte, heldere viooltoon bevalt.
In 1978/80 waren het bij de integrale opnamen van de sonates dus ook mt BWV 1020/3 Arthur Grumiaux en Christiane Jaccottet (Philips 454.011-2) die een hoge standaard vestigden die in 2000 tot een stralend hoogtepunt werd opgevoerd door Rachel Podger en Trevor Pinnock (Channel Classics CCS 14798). Daaraan voegen David Rabinovich en Marion Boshuizen nu hun voldoening gevende zeer valide eigen visie toe.
Toch is voortdurend een bevestigend gevoel van juistheid te bespeuren. Een paar hoogtepunten vormen de finale van nr. 2 en het mooie begin van nr. 4. Het wachten is na dit succesje op een fijn afsluitend vervolg.